Afgelopen zaterdag draaide Armin van Buuren bijna 12 en een half uur lang in «O» Dance Theatre en dat is op zich lang te noemen.

Eén en ander was ontstaan na zijn vorige “Armin Only”-set van 9 uur. Armin vertelde toen storend fris dat hij “makkelijk nog 3 uur had kunnen doorgaan” en dat moet je in mijn bijzijn nooit zeggen want dan hang je eraan. Het plan voor de 12-uur set werd onmiddellijk omgezet in een boeking en afgelopen zaterdag was het dus zover. Aangezien Armin nog nooit drugs van dichtbij heeft gezien en ook bepaald geen Anneke Grönloh is qua drankgebruik had ik me voorgenomen om uit solidariteit ook de hele rit uit te zitten. Naast Armin voel ik me altijd een beetje Herman Brood, aangezien ik een drankje niet schuw en dus een heel andere indruk maak om 9 uur ‘s-ochtends dan Armin, die er om die tijd nog steeds uitziet of hij zo uit de douche is gestapt.

Maar het is gelukt, we hebben het allemaal volgehouden en eerlijk gezegd zonder al te veel moeite en/of hulpmiddelen.Dat kwam mede door de gezellige bende aanwezigen. Bijna 2500 man/vrouw in de zalen (de kleine zaal is na de brand zaterdag voor het eerst weer helemaal open geweest, dus ook het bovengedeelte) en nog eens enkele tientallen in de back-stage ruimte. En dat was gezellig te noemen. Johan Cyber was er met zijn lieve vrouw Anja en met Johan is het altijd lachen. We namen even de meest recente flauwe grappen door;”Hé heb ie het gehoord?”, begon Johan en dan weten wij al dat er een grap komt. Als ik namelijk echt iets had moeten horen begint hij heel anders. “In Washington kan je weer loodvrij tanken!” Gelach. Ik had natuurlijk al wat grapjes vernomen over de Washingtonse sluipschutter (is het wel een sluipschutter of is het een scherpschutter? Ik zeg maar sluipschutter want scherpschutter weet je niet zeker. Misschien wilde hij wel iets heel anders raken dan de mensen die hij heeft vermoord…) maar deze vond ik vrij aardig. Na de bekende “Zimmer Frei”-grap over Claus werd het Claus-onderwerp afgesloten met “Ach, Claus was toch een goede Duitser in hart en nier”, hetgeen (zeker enkele drankjes later) met bulderend gelach werd ontvangen.

Ook het drama in Rusland kwam aan de orde, waar meer dan 150 doden vielen tijdens het beëindigen van een gijzeling in een theater. Bij dit soort precaire onderwerpen gaat Johan voorzichtig te werk. Je weet nooit of er mensen zijn die zelf familie onder de slachtoffers hebben dus dan begint Johan heel serieus met: “Hé die Nederlandse vrouw in Moskou is toch overleden hè?” Nadat iedereen even een soort van “O ja, joh, wat erg!”-reaktie had losgelaten zei Johan: “Ja, moet je maar niet naar het theater gaan…”, waarna iedereen er lustig op los hakte. Het werd steeds erger: “En dan zeggen ze dat ‘uit’ goed voor je is!” en ik vroeg mezelf af hoelang het geduurd heeft voordat de mensen in de zaal doorgehad hebben dat de inval van die gijzelaars NIET bij het toneelstuk hoorde. “Laat maar schatje, hoort er allemaal bij,” hoor ik al een Rus tegen zijn vrouw zeggen. Je begrijpt de humor, die -zeker op dat tijdstip- erg grappig was.

Armin gooide er ook nog wat toppers tegenaan en bij het publiek gingen de armin de lucht in. Aangezien precies deze nacht de klok een uur teruggezet moest worden (“Hè gezellig, weer lekker vroeg donker!”) was er wat verwarring bij het publiek. Of de 12-uur set dan ook 13 uur duurde? Deze logica begrijp ik niet helemaal. 12 uur blijft 12 uur, al ga je drie tijdzones terug, maar dat ging er niet bij iedereen in. Ik zag zelfs één keer een “Nou ja, belachelijk!”-gezicht van een jongen die zich om 6 uur al zorgen maakte dat het over 5 uur zou zijn afgelopen. Hij ging een uurtje later weg. Dat gold niet voor het merendeel van het publiek. Het was duidelijk dat een grote groep zich had voorgenomen om sowieso tot het einde te blijven. Er waren dan ook Italianen, Denen, veel Engelsen, enkele Duitsers en zelfs een stelletje uit Australië, dat toevallig toch in Europa was en deze buitenlanders bleven vrijwel allemaal tot het einde. Ze konden toch niet naar huis, zullen ze wel gedacht hebben. Het kwam de sfeer ten goede. Armin-publiek is goed publiek. De «O» houdt van Armin, Armin houdt van de «O» en vice versa.

Om 8 minuten voor half 12 oude tijd, dus ongeveer 10 minuten voor half 11 nieuwe tijd, zat het er op. Armin draaide tot slot Push’s “Universal nation” in de live-versie en dat is toch wel één van mijn favoriete trensplaten. Ondanks dat de vriendin van Armin zoiets had van: “Mooi, kunnen we dan eindelijk weg?” wilde Armin nog even een afzakkertje doen op kantoor. Hij had zichtbaar genoten en stoorde zich niet eens aan het feit dat de aanwezigen op kantoor (Mark van Dale en consorten waren ook nog even gearriveerd) na een hele nacht melige grappen toch een beetje “giechelig” waren. Armin was nu helemààl de meest frisse persoon in de kamer, laten we het zo zeggen. Maar we hebben gelachen. Even wilde Armin zeggen: “Ik had nog wel even door willen gaan” maar hij bedacht zich. Voor je het weet boek ik zo een 16 uur set voor de volgende keer.

Ik liep nog even mee naar de auto van Armin. Buiten was een aantal amateurvoetballers bezig met een vorm van voetballen. Er stond namelijk een windje, zeg maar een stevig briesje, waardoor hoge ballen als een soort bungeejump heen en weer zwalkten door de lucht. Alsof je naar een televisie kijkt waarvan de ontvangst verstoord is, het balletje ging alle kanten op in de lucht en als je de bal gewoon rolde kon hij ook raar lopen. Inmiddels werd duidelijk dat het windje best wel fors te noemen viel. Enkele bomen waren omgewaaid en hadden hun roots gevonden, de vuilnisemmers van de «O» waren op eigen houtje een stukkie gaan wandelen en enkele tenger gebouwde dames zag ik in de vlaggenmasten hangen…het was stormkracht. Nadat de vierde tekkel op de voorruit van mijn auto was gewaaid besefte ik dat het wel héél hard waaide. Later bleken er zelfs doden te zijn gevallen door de storm maar op die zondagmiddag (het was na twaalven inmiddels – nieuwe én oude tijd!) was de ernst van de storm me nog niet duidelijk. Ik bracht zelfs Mark van Dale nog even naar huis aangezien er de eerstkomende 4 uur geen taxi was te verwachten volgens de “City Tax goedemiddag”-man en zo eindigde ik een lange dag, bijna 30 uur na het openen van mijn ogen op zaterdagmorgen, met een Playstation-ritje naar Delft, waar Mark woont. We moesten eerst nog even over wat bomen stappen voordat we bij mijn auto kwamen maar ook dat mocht de pret niet drukken.

Het ritje viel niet mee. De op de snelweg getekende lijnen werden door iedereen ter kennisgeving aangenomen en het was eigenlijk gewoon levensgevaarlijk. Maar wel gezellig. Moe maar voldaan kwam ik na (in mijn gedachten) 3 uur thuis in Scheveningen. Wat hadden we een leuke avond gehad.