Dodenherdenking is een achterhaald iets. Die indruk krijg je steeds vaker als je rondkijkt op de straten. In mijn jeugd was het nog heel gebruikelijk dat je om 20.00 uur stipt twee minuten stil was. Op straffe van een zeer kwade blik van mijn moeder en die kwam harder aan dan een klap. Tegenwoordig lijkt niemand zich er amper iets van aan te trekken en dat vind ik toch een kwalijke zaak. Een beetje respect voor de mensen waar we (hoe je het ook bekijkt) ons huidige, vrije leven aan te danken hebben is toch niet teveel gevraagd. Twee minuten. Twee! Nu weet ik wel dat 98% van de lezers al heeft afgehaakt onder het motto: “O, gaat het over die oorlog? Daar heb ik dus helemaal niks mee. Dat gezeik altijd over die oorlog rond 4 mei! Moet nou maar eens ophouden hoor, dat is zo lang geleden!” maar in dit geval is dat dan jammer want ik was niet van plan een moralistisch verhaal te houden. Ik heb net het vaak leuke, maar dit keer geweldige “Andere tijden” zitten kijken op Nederland 3. Elke week grijpen ze terug naar een oude gebeurtenis en meestal in het kader van huidige actualiteit. Bijvoorbeeld: STEL dat uitkomt dat Maxima zeven keer vreemd is gegaan met zeven zwetende zeemannen dan maken zij een documentaire over Opa Bernhard, omdat dat in dié tijd voor hem heel gewoon was, het vreemdgaan dan, hij was meestal zelf de zwetende zeeman. Zoiets dus. “Andere Tijden” ging deze week, je begreep het al, over de oorlog maar dan niet, zoals meestal, met allerlei horrorbeelden over de Holocaust of over Hitler of over de hongerwinter en de miljoenen doden, nee, in dit geval bestond het programma uit allerlei verzamelde amateurfilms uit de oorlog. Je zag dus echt het leven-zelf, gefilmd alsof je een vakantiefilm zat te kijken. “Nou, lekker boeiend,” hoor ik nu sommigen denken maar dat was het zeker. Eigenlijk zou iedereen deze aflevering verplicht moeten kijken op school. Het was werkelijk indrukwekkend om te zien hoe dichtbij alles komt en hoe iets onwerkelijks als de oorlog (”zó lang geleden”) opeens heel visueel werkelijk wordt. Beelden uit Den Haag, waarbij ik de straten herkende, de huizen die er allemaal nog precies zo uit zien (oké, alleen de bewoners zijn wat verFloddert de laatste jaren), het werd opeens allemaal heel tastbaar. Mijn ouders hebben de oorlog allebei bewust meegemaakt, zij het pas de laatste jaren van de oorlog in elkaars nabijheid. Mijn moeder was 12 toen de oorlog uitbrak, mijn vader 19. “Zóóóó héééj! Echt oude ouders heb jij!!!!” En ja, dat klopt natuurlijk ook wel als ik de moedertjes van tegenwoordig bekijk waarbij je als 24-jarig meisje al rustig een “oude taart” genoemd mag worden. Hierbij denk ik altijd aan het moedertje dat wekelijks zó strak van de pillen in de «O» stond dat het bijna knap was, die ik de avond/ochtend voor Parkpop om 07.00 uur de «O» zag verlaten en die 4 uur later met twee(!) kinderwagens in nóg gezelligere staat alweer voor het Parkpop Dancepodium stond. (“Peejterj (kauwend), jij kent mijn kinderen natuurlijk nog niet hè?” Nee schat. Vooral die baby komt me erg onbekend voor….) Ik heb dat nooit als storend ervaren, de leeftijd van mijn ouders. Hooguit omdat je als kind bang bent dat je ze eerder gaat verliezen dan bij jonge ouders maar ik ben gezegend met twee sterke ouders zodat mijn moeder nog blaakt van gezondheid en het woord “kwiek” een nieuwe dimensie geeft en mijn vader weliswaar in 2000 overleden is maar hij was in ieder geval zo lief om bijna 80 te worden. Sympathiek vond ik. Om mij heen heb ik daarentegen jonge ouders van vriendjes geregeld zien afvallen, vaak door scheiding, ook door ziekten of omdat ze inbeslaggenomen werden door een nieuwe vriend of vriendin. Het was natuurlijk zo dat omdat mijn ouders de oorlog zo bewust hadden meegemaakt ik vele verhalen ken uit de oorlog. Het heeft mij altijd erg geboeid. Mijn Oma kwam door het bombardement op Rotterdam plotseling met haar hele gezin op straat (met 10 kinderen, dat was in die tijd heel gewoon, sterker nog: tijdens de oorlog kwamen er nog twee kinderen bij, hup, dat was in een Katholiek gezin heel normaal, ze geloofden wel heel erg in het kruis…) en je kunt het proberen maar dat kún je je niet voorstellen. Alles weg, echt alles weg en dan met 10 hongerende kinderen sta je op straat. Wat dan? Mijn Oma was een sterke vrouw en uiteindelijk heeft het hele gezin het overleefd al is dit wel een hele korte samenvatting van vijf jaar oorlog. Maar goed. Vóór andere tijden was er een gesprek met Abraham Moskowicz over zijn tijd in Auschwitz. Superindrukwekkend en niet te bevatten. Zó erg niet te bevatten dat ik de moderne jeugd het niet kwalijk meer neem dat zoiets te ver weg staat van hun werkelijkheid. Waartoe de Nazi’s in staat waren is natuurlijk vaak genoeg belicht dus laat ik het daar niet over hebben. Tijdens “Andere Tijden” zag je ook andere dingen; extreme vreugde om datgene wat de mensen nog wél hadden (een appel was een feestmaal), sowieso de enorme vreugde toen de bevrijding eindelijk daar was (mijn moeder krijgt nog altijd tranen in haar ogen als ze denkt aan de vliegtuigen die met voedselpakketten overvlogen; “een boterham was net een plakje cake maar dan lekkerder dan je ooit gegeten hebt”), je zag de haat tegen NSB-ers en ook
tegen de zogenaamde Moffenhoeren die na de oorlog natuurlijk…. ja, eh…..een kléin probleempje hadden, zeg maar. Het was best wel mens-onterend om te zien hoe die meisjes kaal werden geschoren, met verf werden beklad en hoe begrijpelijk het ook is dat die haat zich zo tegen hen keerde, je ontkomt er niet aan om even te denken dat er best wel één leuke Duitser tussen had kunnen zitten waar zo’n meisje verliefd op geworden was (als 15-jarige bijvoorbeeld), maar ach, nee….onzin! Zelfs één leuke Duitser bestond vlak na de oorlog niet, waar heb ik het over? Sterker nog: mijn vader heeft het tot aan zijn dood altijd over “moffen” gehad, om even aan te geven welke indruk zoiets maakt op een mensenleven. De verloren finale in 1974 hielp dan ook niet bepaald bij het ‘wiedergutmachen’ wat mijn vader betreft. Toen ik in 1968 geboren werd was de oorlog pas 23 jaar afgelopen. Ga maar eens na aan de hand van je eigen leeftijd-nu hoe kort geleden dat eigenlijk is. Heel kort dus. Daarom zit ik ook in het verzet. Het verzet tegen rustig door-scooterende jochies van 16, verzet tegen de bonkende bassen uit verlaagde BMW’s (een Duitse auto!) om 20.00 uur op 4 mei. Verzet tegen schreeuwende allochtonen die het ‘stoer’ vinden om 90-jarige veteranen die alle verschrikkingen tijdens deze dagen opnieuw moeten herbeleven uit te schelden, verzet tegen het vergeten van 4 mei. Dodenherdenking achterhaald? Zolang er geen nieuwe oorlog komt in Nederland blijft de 2e Wereldoorlog het herdenken waard, ook al zijn alle betrokkenen op een dag verdwenen. Gewoon, heel simpel, uit respect voor die andere tijden. Het is maar twee minuten per jaar.