Zo vlak voor het Amsterdam Dance Event staat de dance scene weer even positief in de belangstelling. En dat is leuk. Matthijs van Nieuwkerk zat zelfs op Nederland 3 opeens aan tafel met “de top” uit de Nederlandse dance-scene, in zijn geval goldt dat voor 100% Isis, Giel Beele (huh?), Ferry Corsten en Armin van Buuren. Het is televisie, het moet snel en ik moet zeggen: het viel me mee. De onwetendheid van Van Nieuwkerk wist hij leuk te benutten. Hij is heel erg van het “leg het mij eens uit”-type als hij interviewt en dat is best leuk.

De eerste vraag was “waar komen jullie nu vandaan?” en Isis noemde Curaçao en nog een land maar Ferry Corsten was weer eens te eerlijk; “ik was dit weekend vrij”, net of Isis écht dit weekend op Curaçao zat, bluffen is belangrijk Ferry! Armin was ook eerlijk, noemde 5 landen waarvan ik weet dat hij er ook echt geweest is in de afgelopen week maar dat is dan ook niet normaal. Armin is een ster en aangezien ik hem voor mijn programma “De Flitsende 50” op Fresh FM wekelijks spreek verbaas ik me wekelijks over zijn overvolle agenda. De ene week moet ik naar Australië bellen, de andere week is hij in Singapore, een week later in Schotland, dan Ibiza en héél af en toe gewoon in Leiden. Als ik hem in Leiden tref val ik tegenwoordig bijna uit mijn stoel van verbazing. Figuurlijk, want ik sta altijd als ik presenteer. Ik geef álles, dames en heren, jullie weten het.

Matthijs –de schat- begon ook nog even over de DJ top 100, je weet wel: die populariteitslijst uit Engeland, waarbij het publiek zijn stem kan uitbrengen op zijn/haar favoriete DJ. En de vraag was dan of Tiësto (de nummer één in die lijst – zelfs Noraly Beyer en Catharine Keyl weten dat) voor de aanwezigen “het grote voorbeeld” was. Isis keek Matthijs aan of hij haar ter plekke wilde aanranden (wat bij Isis, zeker vroeger, geen eens een gekke gedachte zou zijn van Matthijs) en zei iets van “hele andere stijl, zeker niet mijn voorbeeld” en dergelijken, Ferry zag Tiësto meer als maatje en Armin gaf professioneel antwoord en verklaarde dat Tiësto vele deuren heeft geopend voor andere Nederlandse deejays, hetgeen natuurlijk zo is. Ja, zoals ik al zei: het was best een leuk gesprek.Morgenavond (het is nu woensdagnacht als ik dit schrijf) is de bekendmaking van de nieuwe DJ Magazine Top 100 en –geloof me nou maar- alle belangrijke DJ’s ter wereld zijn superbenieuwd. Ik dus ook. Eén plekje hoger op de lijst resulteert zó al in enkele tientallen boekingen, vaak in landen waarvan het bestaan je alleen via CNN ooit bekend is geworden. Hoe komt zoiets? Hoe kan een lijstje van “populairste DJ’s”, toch niet het meest originele idee ooit, zó enorm belangrijk worden in de dance wereld? En zoals ik al zei: geloof me, iederéén wil er in staan. Als iemand zegt dat die lijst nergens op slaat kun je er donder op zeggen dat hij er niet in staat. Wél hoor ik vaker dat mensen de lijst zien als een “Beste DJ”-lijst. Ze zeggen dan “Tiësto is de beste DJ ter wereld”, hetgeen natuurlijk niet waar is: hij is de populairste DJ ter wereld. Dat is wat anders, al doe je waarschijnlijk wel íets goed als je de populairste wordt.

Speciaal voor deze column heb ik eens wat research gedaan naar die DJ Magazine Top 100. DJ Magazine leerde ik ooit via vriend Elwin Giel kennen. Hij studeerde in 1986 in Londen en stuurde mij ooit de allereerste editie van JOCKS, zoals het blad toen nog heette. Begin jaren 90, het blad heette inmiddels DJ Magazine, begon men met de publicatie van een soort Top 100, al werden de DJ’s uitsluitend beoordeeld door een aantal prominenten in de Engelse scene. Op een enkele Amerikaan na stond de lijst vol Engelsen, soms in de categorie Mental Theo en DJ Maurice, als we het naar de huidige Nederlandse maatstaven moeten vertalen, maar het begin was er. In die jaren heeft volgens mij alleen onze “eigen” Dimitri (en heel misschien Per?) ergens heel erg onderaan de lijst gestaan maar verder telden wij niet mee. Ja, het was niet anders. Leuker kan ik het niet maken.Vanaf 1997 kreeg de Top 100 een nieuwe opzet: het publiek mocht meestemmen en ook al klinkt 1997 vrij recent, Internet was nog niet aan de orde dus als je wilde stemmen moest je éven naar de brievenbus…briefkaartje met vijf namen erop… in de bus, let op: “overige postcodes” als je vanuit Nederland meedeed, en klaar was jij. Vanuit Nederland kwamen maar weinig stemmen binnen. Hoe kende je DJ Magazine immers? Dat waren er maar weinig.

Dat eerste jaar won Carl Cox overtuigend. Paul Oakenfold werd tweede. Ook dit jaar weer geen Nederlanders in de lijst. Nope. Sorry.In 1998 kwam de invloed van Internet al iets meer in beeld. Er was nog geen site van DJ Magazine maar je kon wel een e-mail sturen. Ook nu stemden voornamelijk Engelsen op Engelsen maar de lijst kende wel een nieuwe nummer één: Paul Oakenfold had Carl Cox naar de tweede plaats verdrongen. Kut voor Carl maar oké voor Oaky. Nederlanders? Nergens te vinden. Niemand. Geen hond.In 1999 was de lijst inmiddels al wat bekender geworden binnen de scene en enkele Nederlandse DJ’s hadden het al stiekem over een mogelijke binnenkomst. De echte populariteit van Tiësto moest nog komen (hij brak eigenlijk door met zijn optreden tijdens Inner City in December 1999) maar er was al stille hoop bij sommigen. DJ Jurgen had per slot van rekening een wereldhit gescoord met “Better off alone” en als zijn naam in het buitenland ook naast Alice Deejay gestaan had (zoals in Nederland) had het nog raar kunnen lopen misschien maar eigenlijk begon ik deze zin als een grapje. Hij klonk opeens erg serieus. Al met al: wederom geen Nederlanders in de Top 100. Paul Oakenfold was voor de tweede keer nummer 1, Carl Cox was voor de tweede keer nummer twee.En toen werd het 2000. Een nieuw Mimmmemmium (zoals ik vorig jaar iemand het hoorde uitspreken), nieuwe kansen voor de Nederlanders, mede omdat de toenmalige manager van Tiësto, Dave Lewis, aardig wat ‘spam’ had verstuurd om Tijs (echte intimi mogen Tijs zeggen) in de lijst te krijgen. “Wel even stemmen hè maatje?”, ik hoor het Dave nog zeggen met zijn Brabants accent. Met meer verwachting dan vorige jaren keken de Nederlanders uit naar de nieuwe Top 100 en jawel: we hadden wat te juichen. DJ Tiësto kwam binnen op nummer 24 en met Sander Kleinenberg op nummer 82 hadden we een primeur: nooit eerder stonden twee Nederlanders in de lijst. Wat was ik trots. De top 100 kende een nieuwe nummer één. Sasha was de nieuwe lijstaanvoerder, Paul Oakenfold moest een plaatsje zakken naar nummer 2.

In 2001 ‘ontplofte’ de populariteit van de DJ Top 100 pas echt. Internet was op zijn top en het totaal aantal stemmen verdubbelde. Voor het eerst meldde DJ Magazine trots dat er uit maar liefst VIJFTIG landen was gestemd en aangezien de Nederlandse DJ’s –al dan niet in de slipstream van Tiësto- als gekken over de wereld vlogen waren de verwachtingen hoog gespannen. Zou Tiësto misschien zelfs wel nummer één kunnen worden? Nééé! Dat kon toch niet? Een Nederlander aan de kop van een Engelse verkiezing, daarvoor was de hoeveelheid stemmen uit Engeland gewoonweg veel te groot. En Engelsen zijn al zo op zichzelf. Toch was iedereen redelijk uitzinnig toen bleek dat Tiësto van nummer 24 naar nummer ZES was gestegen, nota bene voormalig winnaar Carl Cox voorblijvend, maar ook grote namen als Mauro Picotto en Deep Dish. Alleen Paul Oakenfold (5), Paul van Dyk (4), Danny Tenaglia (3), Sasha (2) en de nieuwe nummer één John Digweed bleven de man uit Breda voor. Vanaf dat moment begon de lijst ook in Nederland een belangrijk element te worden voor DJ’s en organisaties, mede omdat ook Sander Kleinenberg een gigantische sprong maakte in het klassement, hij ging van 82 naar 15!!! En dat was nog niet alles. Ook Ferry Corsten (op 19), Armin van Buuren (op 27) en Marco V (op 85) kwamen nieuw in de top 100 binnen. Nederland telde mee.

In 2002 bleek dat de ‘hype’ rond de DJ top 100 echt wereldwijd een vlucht had genomen. Een ongekend aantal van 38.481 stemmen uit 65 landen werden geteld en voor Nederland werd het een memorabel jaar want het was dan toch gebeurd: DJ TIESTO was de nieuwe nummer 1 in de lijst!! Dit was nog nooit gebeurd. En daarmee was de spreekwoordelijke ‘cook’ nog niet op want ook Armin van Buuren (van 27 naar 5), Ferry Corsten (van 19 naar 11), Sander Kleinenberg (wederom op 15) en Marco V. (van 85 naar 26) gooiden hoge Hollandse ogen. Om volledig te blijven: Sasha werd nummer twee.Weer een jaar later kon DJ Magazine opnieuw de vlag uitsteken: het toch al hoge aantal stemmen van vorig jaar werd nu, in 2003, wederom verdubbeld!! De lijst was nu echt DE toonaangevende DJ-poll van de wereld. Uit maar liefst 120 landen kwamen stemmen binnen (hoeveel landen kunnen ze maximaal halen eigenlijk?) en voor de Nederlanders was het ook weer feest. Tiësto was opnieuw nummer één, ditmaal gevolgd door Paul van Dyk (2) en –het kon niet op- Armin van Buuren op nummer 3. Ferry Corsten was nu nummer 6, Sander Kleinenberg steeg twee plaatsen naar 13 en Marco V ging van 26 naar 15! Buiten dat kwamen ook Johan Gielen (op 24) en zelfs Cor Fijneman binnen in de top 100. Cor op nummer 96, hetgeen opmerkelijk was omdat Cor alleen via wat warm-up sets voor Tiësto bekend kon zijn bij het buitenlandse publiek. Maar het was gegund want Cor Fijneman is –het woord zegt het al- een prima gozer.

En dan, aan de vooravond van de nieuwe lijst, tot slot nog even het jaar 2004. Een uniek aantal Nederlanders in de top 100. Twaalf maar liefst! DJ Tiësto vestigde een record door als eerste DJ ooit voor de derde achtereenvolgende keer als nummer één gekozen te worden, wederom gevolgd door Paul van Dyk (2) en Armin van Buuren (3), Ferry Corsten steeg een plaatsje naar nummer 5, Sander Kleinenberg steeg ook een plaatsje naar nummer 12, verder kende de Nederlandse colonie (die dus 12% van de lijst bezette) Marco V op 16 (van 15), Johan Gielen (die vooral tot zijn eigen grote verbazing zakte van 24 naar 28), verrassende nieuwkomer DJ Luna (hakkuh!) op nummer 61, Oud Hollandsche Helden van het eerste uur Michel de Hey (65) en Remy (86) kwamen verdiend eindelijk ook in de lijst en met Rank One (91) en Ronald van Gelderen (op 99) sloten we het succesvolste jaar tot nu toe af.Het was even doorzitten maar jullie hebben het gered. Het zit er op. Geen getallen meer. Nog één. Dat was ‘m.

Morgen een nieuwe top 100 en er wordt al druk gespeculeerd. Volgens Armin wordt het Paul van Dyk, volgens trance Nederland wordt het Armin van Buuren en volgens mij moet het gewoon weer Tiësto worden. Sterker nog: als hij het niét wordt is dat alleen omdat ‘ze weleens wat anders willen’. Ik zag op enkele fora al vaker staan: “nu eens een keer een ander laten winnen”, en dat zal het ook zijn: “laten” winnen want de hegemonie van Tiësto is vooralsnog onaantastbaar. En dan heb ik het dus over zijn populariteit. Ook deze zomer zagen we het weer met eigen ogen op Ibiza: er is vooralsnog niemand die bij hem in de buurt komt qua aanhang. Dat is misschien saai maar wel een feit. Morgenavond om deze tijd weten we wie het geworden is en aangezien ik het iedereen gun wacht ik gelaten af. De vraag “hoe komt zo’n simpel lijstje toch zó belangrijk voor de dance scene” boeit me eigenlijk meer dan wie er dit jaar wint. Als het eerlijk gaat is het toch weer Tiësto.