Het bedrijf waar ik het meest trots op ben (oké, samen met de «O» dan) is platenmaatschappij Combined Forces. Het kwam eigenlijk spelenderwijs voort uit Radio Stad Den Haag en het bijbehorende Stad Den Haag Records. Laatstgenoemde platenzaak opende in november 1990 haar deuren op de Apeldoornselaan in Den Haag en de studio van de radio zat in het achtergedeelte. Zoals ik al eerder schreef, in die tijd was onze energie en ambitie onbegrensd. We moesten ook zelf platen uitbrengen.

Ik had dat trucje al een keer gedaan bij DMC, waar ik een jaartje daarvoor werkzaam was; de plaat heette Zure Regen van het Haagse Duo De Pelikaan en kwam  uit de studio’s van Cat Music, gerund door de geniale mensen achter Rubberen Robbie. Op de melodie van ‘Rosamunde’ zong een tweetal rasechte Hagenezen over ‘milieuverontvuiling’. (Wat is er eigenlijk überhaupt met dat hele begrip ‘Zure Regen” gebeurd, ik hoor er nooit meer iets over?). De plaat haalde nét de Top 40 niet. Op éénduizendste punt…

Via DMC, later IMC, had ik Michiel v.d. Kuy leren kennen. Een begenadigd producer van Italo-achtige muziek als Laserdance en (een korte periode) ook als de nieuwe ‘Koto’, wat in Italo-kringen een grootheid was die te vergelijken valt met Michael Jackson voor normale mensen. Michiel wilde voor ons (zijnde ik en compagnon Rob Velders) wel een track maken die we als eerste release konden uitbrengen op ons nieuwe label ‘Violent City’. Michiel begaf zich net een beetje op het house-vlak dankzij de bemoeienis van zijn vriend, Veronica deejay Wessel van Diepen, die we in Michiels studio in Voorburg leerden kennen. Wessel kende Rob ook al enigszins en dat was niet echt gunstig; Rob had Wessel namelijk ooit afgewezen voor Radio Stad Den Haag. Niet goed genoeg, geen goede stem. Zoiets. Rob wist daar zelf niets meer van trouwens. Tevens had Radio Stad Den Haag in de jaren 80 een soms wat schoffie-achtige reputatie, dus ik kan me nog herinneren dat Michiel door Wessel voor ons gewaarschuwd werd.

Afijn, de eerste release kwam er. En dat is op zich al een verhaal. Ik weet het nog goed en dit is het ECHTE verhaal. Alle andere verhalen zijn onzin. Maar het verhaal achtervolgt mij nog altijd. “Hoezo dan, vertel dan?!”

Oké. Michiel had gebeld. De track was af en hij was fan-tas-tisch geworden. Echt een bom. Mijn ouderlijk huis lag precies 1 straat achter de studio van Michiel, ware het niet dat een hinderlijk spoortraject alsnog zorgde voor een ritje van 5 minuutjes. Ik was natuurlijk SUPERbenieuwd. De naam van de groep: The Curse. Dat klinkt al goed. De track: “All Systems are go”. Michiel startte de Ampex. Het was een beetje KLF-achtige track die ik direct waanzinnig vond. Kon wel eens wat worden, dat hoorde je gelijk. We maakten een contractje en gewapend met een DAT-cassette vertrok ik richting de Apeldoornsela…. “o wacht even,” zei Michiel, “ik heb voor Raymond Muylle (a.k.a. Rofo) ook een track gemaakt, ben benieuwd wat je er van vindt.” Hij startte opnieuw de Ampex. Dat klonk gelijk goed. De plaat had een soort tango-ritme en een heel catchy refreintje: ‘James Brown is Dead’. Het was duidelijk de stem van Wessel. “Haha, lachen man!” zei ik, “heel goed! Zet die ook eens op dat DATje, dan kan ik ‘m aan Rob laten horen.”

Zo gezegd zo gedaan. Op de Apeldoornselaan aangekomen was Rob natuurlijk ook heel benieuwd. Een vaste gast, een Rotterdamse coffeeshophouder genaamd Ben, stond -zoals zo vaak- aan de balie. Hij zou later nog als ‘Ben ‘Oké’ The Priest’ een paar plaatjes draaien op de eerste Rave the City, maar dit terzijde. Ik draaide trots onze eerste eerste release, The Curse, en iedereen was heel enthousiast. Het is dat het woord toen nog niet zo gebruikt werd, maar iedereen vond het vet. “Michiel heeft nog een plaatje gemaakt, vond ik ook wel geinig. Luister maar.” Ik draaide de tweede track en Rob en Ben werden gek. Paul Mets, de verkoper van dienst, ook. “Sooooooodan!!” klonk het door de zaak. “Deze moéten we hebben! Bel die Michiel!”

Ik die Michiel gebeld. Hij moest een beetje lachen door ons overduidelijke enthousiasme. “Ja vinden jullie het wat?” “Vinden jullie het wat???, ik MOET die plaat hebben Michiel, zeg maar wat het moet kosten!” riep Rob dwingend. “Hahaha, nee jongens, Raymond komt er zo aan, ik heb hem deze track beloofd,” zei Michiel eerlijk. “Tienduizend gulden!” zei Rob. “Hahahaha, nee Rob echt niet, ik heb het hem beloofd. Eerlijk is eerlijk. Ik maak voor jullie wel weer een nieuwe.” En Michiel hing op.

Zo. En zo is het gegaan en niet anders. In de volksmond gaat wel eens het verhaal dat ik mocht kiezen uit James Brown is Dead en The Curse – en de verkeerde koos. Superleuk verhaal, ik lach graag mee. Zo is het dus niet gegaan, maaaarrrr….. ik denk dat als we éven iets meer hadden doorgezet, we Michiel wel zo ver hadden gekregen. Dan was James Brown is Dead gewoon de allereerste release geweest op ons platenlabel en was alles anders gegaan. Hadden we een droomstart gehad natuurlijk.

Maar ik was toen met The Curse ook heel blij. Althans, vóór de release. De plaat deed werkelijk niets in Nederland. Niets. Enkele honderden exemplaartjes denk ik. Na enkele maanden belde Peter Boertje van IMC, die de distributie van onze tracks deed. “Hé die Curse hè? Dat is dus DE hit in Japan. Nummer 1 dancehit van het jaar daar!”  We stonden op tientallen compilaties en AVEX, de grote Japanse platenmaatschappij wilde zo snel mogelijk met ons meeten. Tot op de dag van vandaag is The Curse een classic in Japan. Ik wist het wel….

Check ‘m hier. https://www.youtube.com/watch?v=J8BiDC-qHB4

Het was de eerste release. Er zouden er nog honderden volgen en zoals ik al eerder vertelde, ik ben megatrots op wat we met (het latere) Combined Forces bereikt hebben. Het werd tussen 1990 en 2005 één van de belangrijkste Independent platenmaatschappijen van Nederland. In een volgende editie van de Knipselkrant vertel ik er meer over (en volgen ook daadwerkelijke knipsels; het verhaal liep een beetje uit de hand…)