“Mijn oom is dus echt onwijs oud, die is al 35!” Ik hoor het mezelf nog zeggen als teenager/puber/leuke jongen. Vijfendertig is oud. Simpel zat. Ik ben het afgelopen zaterdag geworden dus geloof me: dat is oud. Ik heb in eerdere jaargangen al aangegeven dat mijn verjaardag voor mij geen dag is om naar uit te kijken maar het is toch wel ont-zet-tend leuk als andere mensen toch moeite doen om mijn ondankbare persoon tegen beter weten in een leuke avond te bezorgen.
Mijn vriendin, samen met mijn goede vriend Nico, had het idee opgevat om er eens een speciale avond van te maken. Nico wilde een surpriseparty geven in de Thalia Lounge in Rotterdam. De Thalia “is van” een oude bekende van ons, Bart, vroeger deejay in de Opera in Arnhem, tegenwoordig mede-eigenaar van deze voormalige bioscoop. Bart had in een dronken bui eens aan me gevraagd om op vrijdag eens “gezellig mee te draaien” en dus een plaatje op te komen zetten. Daar ben ik altijd voor in. Het idee ontstond om dat op 31 januari te doen aangezien ik om 00.00 uur jarig zou zijn! Nu weet je hoe het gaat met dat soort voorstellen: je hoort er nooit meer iets van. Daar was ik dan ook helemaal op ingesteld. Ik zou met mijn vriendin vreemde dingen gaan eten in een te duur restaurant en daarna lekker naar bed gaan aangezien er op mijn verjaardag een lange dag zou volgen. Ik had allemaal leuke mensen uitgenodigd voor de zaterdagavond, Armin kwam draaien en de after-party zou wat mij betreft tot dinsdag duren. Zo zat het in mijn hoofd.
De praktijk was anders. Nico had al die gezellige mensen die ik voor zaterdag had gepland in het geheim opgebeld en een surpriseparty georganiseerd. Mijn vriendin had voorzichtig geopperd dat het misschien toch wel leuk was om ‘even te gaan kijken’ in de Thalia en toen had ik al onraad moeten ruiken. Ik zeg er even bij dat ik niet dol ben op verrassingen tenzij ze echt onverwacht komen. Gelukkig wist Martin Sonneveldt, alias Mr. Sample van de Party-on site, dat ook. Hij verklapte onbedoeld de volledige plannen al 5 dagen voor het feest (‘er schijnt in de Thalia aanstaande vrijdag ook een vip-podium te zijn dat helemaal is afgehuurd voor gasten van Peters verjaardag’, hetgeen op zich niks aan duidelijkheid te wensen over laat.) Nico was woedend. Het was juist zo goed gelukt om het stil te houden en nu was alles tòch uitgelekt, slechts enkele dagen voor het feest. Woedend belde hij Martin Sonneveldt. Deze was verbaasd. “Je hebt mij niet verteld dat die surpriseparty geheim moest blijven” probeerde hij nog maar het leed was geschiedt.
Was het daarom minder leuk? Tuurlijk wel, maar dat wil niet zeggen dat het niet alsnog een SUPERRR-avond was. Ik vond het zo zielig voor het organiserend comité want wat was DIT leuk geweest als ik het niet van te voren had geweten! Vrijwel iedereen was er, sterker nog: er waren teveel bekenden om iedereen de benodigde spreektijd te geven. Eigenlijk ontbraken alleen Mark van Dale (druk) en Paul T (ook druk) uit mijn directe kennissenkring. Het was een geweldige avond en de drank vloeide rijkelijk. Dat bleek later dan ook aanleiding voor een alternatieve afterparty want op de terugweg stond de sterke arm der wet op teveel sterke drank te controleren. De sneakies kwamen opeens uit het niks! Als ik écht teveel gedronken heb dan knal ik over trambanen en fietspaden om ze alsnog te ontlopen (of ik rij gewoon over ze heen, simpel. Ja, dan moet je maar niet voor een hard rijdende auto springen op een kruispunt… juridisch staan ze zwak volgens mij) maar ik ging nu eigenlijk vrij zelfverzekerd de fuik in.
“Heeft U gedronken?” vroeg een wat oudere man nadat ik mijn raampje lekker arrogant naar beneden had laten zakken. Ik zeg: “Ja, U ook?” maar de beroemde Rotterdamse humor lag zeker nog op het bureau. Even blazen. Fluitje van een cent normaliter. Ik heb vaak genoeg moeten blazen terwijl ik me nog net staande kon houden en dat was dan nooit een probleem. Dit keer wel. “Wilt U de auto uitzetten en meegaan naar het bureau?” Op een ander antwoord dan “ja” zitten ze niet te wachten dus vraag het dan niet! Als een crimineel werd ik afgevoerd. In het busje. Daar kwamen nog twee andere zatlappen aangelopen. “Zo, dat is mooi kut, dit is al de vierde keer in twee weken!” zei de jongen naast me. De derde jongen vroeg gehaast om kauwgom. Ik suggereerde dat hij even moest voelen onder de bank, daar zat namelijk genoeg. Deze laatste passagier was duidelijk het meest lam. “U bent staande gehouden” zei de agent tegen hem en dat was maar goed ook anders was hij absoluut omgevallen.
Na een belachelijke rit door de sloppenwijken van Rotterdam kwam ik dan op het bureau aan. In een soort cel zat ik te wachten op wat komen ging. Ik loog dat ik slechts 4 drankjes had gedronken die avond maar wel vlak voordat ik ging rijden. “Twee glazen bier kan nog nèt,” adviseerde de overigens erg vriendelijke agent, daarmee aangevend dat hij mijn normale consumptie echt a-so-ciaal zou vinden. De officiële blaastest op het bureau ging goed. Na mijn schijnbaar overtuigende verhaal over die vier drankjes keek de agent tevreden naar het apparaat. “Ja, je zit er inderdaad net ìetsje boven. Dat is dan toch net dat laatste drankje geweest!” Ik was geschokt. Wat een kut-apparatuur! Ik had zeker 54 bourbon-cola op, alleen het laatste uur al! Het zijn wel mijn belastingcenten die dat apparaat hebben betaald, dan moet ie ook goed meten! Mijn collega-arrestanten kwamen er minder goed vanaf. Ik had slechts een kleine boete en mocht gelijk weer in de auto stappen, de collegae moesten met resp. 8 uur en 12 uur rij-ontzegging een taxi nemen. Had ik nou maar kauwgom gehad voor die jongen.
Ik had zo’n leuke avond gehad dat zelfs deze afterparty geen roet in het eten kon gooien. De volgende dag stond ik op een Cruesli-manier op. Ik dacht: vanavond Armin van Buuren in de «O», ongetwijfeld heel veel bekenden, gezelligheid en een volle bak. Heerlijk. Met zo’n “it’s a beautiful daaaaay”-gevoel opende ik de gordijnen en toen was de pret gauw over. Helemaal wit! Het had gesneeuwd alsof het Garmisch Partenkirchen was! Dat was geen pretje want met deze weersomstandigheden werd een drukke avond in de «O» vrijwel onmogelijk. Ik glibberde alle kanten op met de auto (en kwam op plaatsen waar ik nog nooit geweest was!
Mooie stad, dat
Den Haag!) en kocht snel een Haagsche Courant waar een enthousiaste journalist een soort special over mij had gemaakt. Het is een leuk interview geworden, eerlijk is eerlijk. Ik vind het alleen heel moeilijk om over jezelf te vertellen, afijn, jullie weten hoeveel moeite ik daar mee heb. Deze journalist was nogal onder de indruk van mijn carrière en stelde allemaal van die vragen als: “Het is toch ongelooflijk wat je allemaal bereikt hebt! Zelfs een eigen column!” en dan voel ik me opgelaten. Zo’n “wat ben JIJ goed”-sfeertje kan ik nooit zo goed hendelen. Maar nogmaals, het is een leuk interview geworden en ik ben er best wel trots op. Een halve pagina in de Haagsche Courant krijg je meestal alleen door middel van overlijdensadvertenties en dat is pas na je dood dus ook niet meer leuk om te lezen.
Ik zal er eens een einde aan breien want ik ratel maar door. Zaterdagavond was dus eigenlijk aanvankelijk gepland als DE verjaardagsviering maar door sneeuw en ziek-zwak-misselijke vrienden bleek dat een beetje een anticlimax. Er was geen hond van mijn kennissenkring! Ik ben wel geliefd bij mijn vrienden maar niet twee avonden achter elkaar blijkbaar. Toch heb ik ook van die zaterdagavond maar weer een gezellige avond gemaakt want “het feest dat ben je zelf”, ook al was dat deze avond wel erg letterlijk het geval.Vijfendertig is gewoon oud. Het is niet anders. Gezien de te verwachten wachttijden bij de bejaardentehuizen ga ik maar eens een formuliertje halen om me in te schrijven want de bejaardenberg wordt steeds groter en dan sta ik liever vooraan. Ik hoop zelf nog wel een jaartje of vier in deze business te blijven maar het lichaam begint te protesteren. De stress van zo’n column! Toen ik nog 34 was had ik er geen enkel probleem mee, maar nu….zucht. Pfoe, dat was hem dan weer. Tot zover. Ik ga naar bed.