Jullie mogen best weten dat ik af en toe een traantje wegpink van ontroering als ik weer zo’n lief berichtje lees op mijn ‘eigen’ gastenboek. Dat de verhalen over vroeger zo leuk zijn en herkenbaar en heerlijk om te lezen en ga zo door, dat type berichtjes. Dat doet een mens goed en mij dus ook. Ik bemerkte dat ik tijdens het schrijven van mijn vorige column over de line-up van Dance Valley (je MOET nu eenmaal als Dancelinx-columnist ook af en toe iets saais en ‘kreddibels’ schrijven) af en toe met mijn gedachten afdwaalde naar vroegere tijden.
We schrijven 1999: Negentiennegenennegentig.In die tijd hadden mijn compagnons en ik bedacht dat het wel leuk zou zijn om van de oude, ietwat vervallen Marathon een nieuwe discotheek te maken. Gekkenwerk, zo zei men. Achteraf bezien was de periode in de (ik kan de echte tekentjes helaas niet maken in dit programma!), zoals de nieuwe zaak ging heten, veruit de leukste periode uit mijn leven en dat was in die tijd nog knap. We hadden net de Asta achter de rug en we dachten allemaal dat dáár toch niets tegenop zou kunnen. Of dat de beginperiode uit de jaren 90 toch nooit geëvenaard zou worden. Niets bleek achteraf minder waar. Wat is het toch jammer dat mensen nooit beseffen wat “geluk” is als ze er midden in zitten.Om zoiets vast te stellen moet je bepaalde dingen natuurlijk met elkaar vergelijken. Tijdens het schrijven over de line-up van Dance Valley besefte ik opeens hoe droef het tegenwoordig gesteld is met de feesten in het algemeen. En vooral hoe moeilijk het is om tegenwoordig nog iets te bedenken waar iedereen warm voor loopt. Ik ben nu gelukkig in de positie dat de clubs waar ik in betrokken ben niet te kampen hebben met line-ups en “concepten”. De mensen komen daar voor de club, de sfeer en zeker ook wel de muziek maar niet voor WIE er draait. Dat is een grote opluchting vergeleken met bijvoorbeeld de Asta, waar we tot halverwege vorig jaar nog mee te maken hadden. Daar telt alleen de massa en probeer die nog maar eens te bereiken. Het is toch opmerkelijk dat het populairste concept van heden ten dage een feest is dat voornamelijk op zondagavond wordt gehouden? In de vooravond nog wel! Ik heb het over Sneakers. “Een heel knap gefabriceerd concept” hoor ik mensen daarover zeggen, terwijl uiteindelijk elk concept uitkomt op: goede dj’s draaien goede muziek.
In de periode van de was het allemaal toch een heel stukkie anders. Nederland was nog niet overspoeld met allerlei DJ’s en natuurlijk hadden we in de het geluk dat trance massaal op doorbreken stond en mensen als Tiësto, Armin en Ferry Corsten net bezig waren om de wereld te veroveren. Wij pakten nog net de aanloopfase mee. Tiësto eens in de twee maanden in de ! Dat kun je je niet meer voorstellen. Het begrip “Tiësto Solo” ontstond in de ! Armin van Buuren met een twaalf-en-een-half-uur set! Dat kun je je ook niet meer voorstellen. Het concept “Armin Only” ontstond óók in de ! Ferry Corsten die vier van de vijf keer niet op kwam dagen! Dat kan je je natuurlijk wél voorstellen. Het concept “no show”ontstond dus óók al in de ! En dan had je nog Tom Harding, die op dat moment ongekend populair was en garant stond voor een volle bak. Wat zou er met hem gebeurd zijn? En met zijn traditioneel vollééédig doorgesnoven vriendjes? Die waren zó vaak naar het toilet heen en weer gelopen dat er een loopgraaf in ons kantoor ontstond! Bij sommige kleine meisjes zag je aan het einde van de avond alleen nog de kruin boven het tapijt uitsteken! Het ware mooie tijden. DJ Jean was uitzinnig toen zijn “Jean Solo” drukker was dan “Tiësto Solo” van een paar weken eerder. “Hahaaaaa!!! Ik ben nog steeds de beste!” schreeuwde Jean na afloop op kantoor. Ik moet er eerlijk bij zeggen dat Tiësto toen nog niet op zijn top zat en Jean juist wel. Ach, Jean heeft nooit moeite gehad met het succes van Tiësto…Als je nu de line-ups van toen bekijkt ontdek je een hoop veranderingen in korte tijd. DJ José trok eenvoudig 1600 man. Mark van Dale’s Birthdayparty was uitverkocht. Mensen als Ronald Molendijk, Marcello, Stephen en Olav Basoski deden gewoon leuk mee. Mensen vonden het gewoon leuk. En dan heb ik het natuurlijk nog niet eens gehad over de gewéldige avonden met Carl Cox (vooral de tweede was onvergetelijk), Paul van Dijk (drie keer maar liefst!), Mauro Picotto, Max Graham en John Digweed. Ach, ik kan er uren over schrijven. Ga ik toch niet doen. Althans, niet dit keer.
En hoe is het nu? De Marathon is dicht en de feestjes weten van gekkigheid niet meer hoe ze op elkaar moeten lijken. Iedereen boekt Roog, Erick E, Benny Rodrigues of in ieder geval Billy the Klit en vrijwel alle feestjes hebben zo’n “coole” naam als “Los”, “Vast”, “Vaag”, “Veest!” of “Raak!”, de uitzonderingen daargelaten natuurlijk. Extrema, Nope is Dope, Franchise en het al eerder genoemde Sneakers doen het natuurlijk heel erg goed. Weliswaar ook met diezelfde DJ’s als zojuist genoemd maar op één of andere manier met betere marketing denk ik. Zoiets.Terugkijkend op die periode kan ik wel honderd verhalen schrijven. Ik moet gelijk denken aan een al eerder vertelde anekdote aangaande Dave Lewis, de manager van de ‘grote drie’ (Tiësto, Armin en Ferry) in die tijd. Hij had op de ochtend van -de inmiddels al volledig uitverkochte- Tiësto Solo zijn lieftallige secretaresse Nicole (waar we allemaal verliefd op waren. Ok, verliefd op ZIJN) laten inspreken op mijn voicemail: “Hallo Peet, met Nicole van David Lewis Productions. Dave gaat jou zo even bellen want Tijs (=Tiësto) heeft gisteren zijn been gebroken in Noorwegen en hij kan écht niet draaien vanavond. We bellen later, oké? Maar dan weet je het vast.” Je begrijpt dat ik meteen rechtop in mijn bed zat en er volledige paniek uitbrak in Huize van Leeuwen. De ventilatie was hyper. Een uitverkocht huis en dan geen Tiësto is echt de grootste ramp die kon gebeuren. Ik belde Nico, de bedrijfsleider die bekend staat om zijn vrij harde stem (het is mijn achtste servies deze maand) en die reageerde ook niet enthousiast op het nieuws: “Dat méééén je niet! Aááááááááh!” Even later kreeg ik Dave Lewis aan de telefoon die eerst begon met “Ja Peet, ik vind het óók niet leuk en Tijs had er echt heel veel zin in…” en daarna heel zeikerig allerlei alternatieven aandroeg: “Ik heb nog wel Kid Vicious voor je…” en pas na mijn zoveelste “WAT een DRAAAMA!” in keihard gelach uitbarstte. Het bleek een grapje te zijn. Heel geestig. “Hahahahaaaaa, je trapte erin he maotje?” Ja NATUURLIJK trap je daar in! Hoezo trap ik ergens in eigenlijk? Dat neem je toch aan? Kinderachtig gedoe! Nu kan ik er om lachen natuurlijk.
Dave Lewis heeft nooit beseft hoeveel geluk hij had dat we onze represaille-actie nooit hebben uitgevoerd, een actie die was bedacht door onze gemeenste medewerker Dim (lang verhaal; er zou een arrestatieteam van de politie hem ’s nachts oppakken, afvoeren met een kap over zijn hoofd en die foto zou op internet gezet worden, zoiets kleins hadden we in gedachten) dus Dave kwam met de schrik vrij. Een jaar later ging Tiësto naar een andere manager en was Dave het lachen wel vergaan. Gerechtigheid. Zoals het hoort. 😉