Vorige week donderdag gingen wij (=Mark van Dale en ondergetekende) uit eten met de door ons beiden zeer gewaardeerde collega Marcello, die eigenlijk Marcel Bakker heet. Marcel Bakker is natuurlijk een fenomeen voor de housers van het eerste uur. In mei 1992 ontdekte ik de “It-zondag”; een nieuwe wereld ging (bijna letterlijk) voor me open. Ik kwam natuurlijk wel al op kleinschalige parties in Den Haag (o.a. Gotham City) en was geregeld bezoeker van de La DS, voor de Haagse stapper hét begin van de serieuzere house. La DS was zo groot als mijn woonkamer tegenwoordig (ik woon leuk) maar op de één of andere manier lukte het om in dat hok 400 man te duwen die allen zwetend boven op elkaar stonden (en vaak uiteindelijk boven op elkaar belandden) en de sfeer was echt: house. Max, de plaatselijke danser, stond in een kooi te dansen en de DJ’s (in die tijd Ramon en Jones) stonden in een oude, half afgezaagde, Citroën van het type DS. Afgezaagd was trouwens een woord dat in La DS destijds niet pastte. Op een geveven moment wisten mijn vrienden Fred en Jurgen mij zover te krijgen om ‘een keer mee te gaan naar de iT’. Met angst en beven vertrok ik richting Amsterdam want de iT stond bekend om zijn strenge deurbeleid en mijn maagdelijk house-smoeltje zouden ze zó doorkrijgen. Fred en Jurgen hadden daarentegen een heus iT-pasje, een membership-card. Die card kon je alleen binnen krijgen dus op de cialis and nitric oxide vraag: “Heb jij een pasje?” kon je nooit een bevredigend antwoord geven als je nog nooit binnen was geweest. Oneerlijk, ik weet het. Trillend van de zenuwen stonden we in de (flinke) rij. We waren met een flinke groep jongens maar waren wel zo slim om niet als één groep naar de deur te lopen, dat is vragen om moeilijkheden. “Ross!” riepen enkele overdreven getrainde jongens achter ons naar de portier. Zo zal ie wel heten, dacht ik nog. En dat klopte. Ross keek wel even naar de jongens maar keek vervolgens gelijk weer verveeld de andere kant op. Vóór mij werd iedereen vriendelijk geweigerd met de kreet: “Dat gaat niet lukken jongens” en ik had het voorgevoel dat ‘het’ ook bij mij niet ging lukken vanavond. Fred wist in het gedrang echter zo’n gezicht naar Ross te trekken dat aangaf dat ik wel “ok” was en zo liep ik bijna triomfantelijk de iT binnen. Nog even stress omtrent het andere deel van de groep maar ook zij kwamen wonder-boven-wonder door de screening heen. De rest is geschiedenis. De zondagavond in de iT was een traktatie en het eerste jaar (het seizoen 1992-1993 zeg maar) heb ik naar mijn weten slechts één zondag gemist door een vakantie naar Mallorca. Mijn toenmalige stap-partner Bikkel (hij had die bijnaam al vóórdat we gingen stappen) was in die tijd ook nog leuk en ging trouw mee. Het ging zelfs zó ver dat toen er een vliegtuigje van El Al in de Bijlmer was neergestort wij elkaar geschokt aankeken: “Wat een ramp! Wat een drama! Als de iT nou maar open is vanavond! Kut, dan wordt het natuurlijk gelijk niet zo druk!”, kortom: aan betrokkenheid lag het niet. Ik heb gehoord dat ze de iT waarschijnlijk helemaal moeten gaan herbouwen om het weer geschikt te krijgen voor discotheek-exploitatie, het lijkt mij tevergeefse moeite; het wordt toch nooit meer zoals het was. Zoals met zovele dingen in het leven, maar daar hebben we het al vaker over gehad. Terug naar vorige week donderdag. Marcello is in de loop der jaren enorm veranderd qua openheid. In de tijd van de iT (’92-’93 dus) was Marcello een gesloten type. Soms zat hij op een kruk aan de bar en dan probeerde ik toch altijd een gesprekje aan te knopen. “Eh….het is wel ok vanavond he?” en “Wie draait er nu?”-achtige pogingen die respectievelijk met “Ja hoor” en “Een dj uit Chicago” werden beantwoord. Dat was het dan. Ik gaf het dan maar op. Tegenwoordig is dat wel even heel anders. Marcel komt binnen en begint gelijk te ratelen. Alleen maar leuke anekdotes volgen elkaar in rap tempo op. Zo begon ik ouderwets weer met een vraag: “Heb jij ook de begintijd meegemaakt, waarbij je plaatjes moest doorstarten en moest praten tussen de plaatjes?” maar dit keer kwam er een uitgebreid antwoord. Praten en doorstarten had Marcel nooit gedaan, altijd mixen. Dat begon bij een drive-in show, Primo genaamd. “Primo???” vroeg ik overdreven cialis and food geïnteresseerd. “Dat was één van onze grootste concurrenten met de drive-in show vroeger!” En dat was ook zo. Anders ga ik het cialis alternative uses niet roepen. Primo uit Haarlem, inderdaad ja. “Goh, we hebben vaak boekingen misgelopen omdat Primo ons nét voor was!” zei ik nog maar Marcello wilde duidelijk verder naar het volgende stadium in zijn carrière. Een discotheekje in Zandvoort. Mark van Dale vroeg nog één keer om dat verhaal van die eigenaar van die zaak. “Ik heb het al 20 keer gehoord maar het blijft leuk,” vulde Mark aan. Marcello ging er echt even voor zitten. “Die man vond alles wat ik draaide echt vreselijk,” zo begon hij. “Ik vergeet het nooit. Hij heette Bob en hij zat altijd bij de kassa, je kent dat wel, zo’n kassa die gelijk aan de bar vastzit. Als ik stond te draaien kon ik als ik me uitrekte hem nét zien zitten. Nu zat er boven de draaitafels zo’n ouderwets telefoontoestel, een beetje zo’n rode telefoon als in de tijd van Chroestjov en de koude oorlog, haha. En als ik dan nét lekker stond te draaien dan ging die telefoon. Ik pakte hem dan heel voorzichtig op en zei ‘hallo?’, alsof het iémand anders kon zijn dan Bob, hahahahaha!” Marcel sprak met een duidelijk Amsterdams accent: “Luister Marcel, wat ben jaai na aan het draaien? Is dat weer die Prince of zjo? Droaai eens wat andersj!!” en dat ging zo door. Marcel vervolgde: “En dan aan het eind van de avond moest ik bij hem op kantoor komen en dan zei Bob (in zwaar Amsterdams dus weer): “Marcel, ga es effe sitte. Láááster (=luister), die musjiek
die jij droaait……. die musjiek die hááát ik uit de grond van mijn haart. Echt uit de grond van mijn haart!! Weet je wat dit avondje draaien mai aan omsjet hep gekost? Dat is so twee daaazend, twee-en-half daaazend gulleden. Dat maakt ma niks uit, daar gáááot het ook nie om. Moar droai es wat lekkers, iets van Frenk Sinatra desnoods maar doé wat! Na, ik sjie je morrege, negen uur.” Marcel vervolgde: “Ik heb er tweeënhalf jaar gedraaid, haha! En toen ik wegging zat Bob echt te huilen, hahahahaha!!” Ik vond het een mooi verhaal en moest denken aan die ene keer (…) dat mijn opdrachtgever ook zwaar ontevreden was over de prestatie. Ik werd gebeld door een school om niet met de drive-in show (die wij toen –ondanks Primo dus- succesvol exploiteerden) maar als DJ te komen draaien. De lokatie was: de Marathon (later werd dat de «O») en het zal rond http://genericviagra-bestrxonline.com/ 1989 geweest zijn. De leraar die verantwoordelijk was voor het feest had er duidelijk bij gezegd: “Ik wil juist niét die shit die ze normaal in de Marathon draaien maar gewoon, lekkere, leuke top 40 muziek.” Nou, dat kwam mooi uit want ik had niks anders dan lekkere, leuke top 40 muziek en die shit die ze in de Marathon draaiden kende ik alleen van mijn programma’s op Radio Stad Den Haag. Na ongeveer anderhalf uur wilde het aanwezige publiek nog steeds niet één dansstapje wagen en hoe lang je ook draait, dat blijft vervelend. Hup, wéér Kylie Minogue en de “Locomotion” er door heen (een megahit op alle schoolfeesten die we toen draaiden) maar helaas… weer niemand. De ‘gepasseerde’ DJ van de Marathon zag het smalend aan. “Zal ik even één plaatje?” vroeg hij zuigerig en als jong broekje zei ik al snel “ja”. Eén plaat en hup, dansvloer vol. Heel irritant. Ik stond naast de DJ naar beneden te kijken in de hoop een “ja, met déze plaat kan ik het ook”-gezicht te trekken. De leraar van de organisatie snelde op mij af. “Wat heb ik nou gezegd? Ik WIL dit niet. JIJ moet draaien!” maar mijn “ja, maar” verzoop in de dreunende beat van de volgende plaat: “No Face” met ‘Hump music”, de ultra-populaire sex-spin-off van “I’ll house you” van the Jungle Brothers. Het gegil van de 12-jarige meisjes beneden was oorverdovend. “Suck-suck-suck-suck-suck-suck my dick!” zong men uit (bijna) volle borsten, want dat was nu eenmaal de tekst van dit phonografisch hoogstandje. Het werd een hele zware avond. Ook ik ben toen maar wat “diepere import” gaan draaien want elk vrolijk top 40-plaatje resulteerde in een teleurgestelde “aahhh”-reaktie terwijl ieder snoeiharde swingbeat of clubbeat erin ging als koek. Bovengenoemde plaat “Hump music” is die avond vijf keer gedraaid en elke keer met groter succes werd er meegezongen: “Girl, I FUCK you, girl, I FUCK you, get in my bed now, you whore!”, wat een teksten voor 12-jarige kinderen maar niks hoor: de kinderen zongen het volmondig mee. Na afloop moest ik me natuurlijk melden bij de leraar in kwestie. Meestal kun je het gesprek nog wel even ‘op de vlakte’ houden maar in dit geval riep de man tijdens het dichtgooien van de deur al: “Dit was dus echt he-le-maal niet de bedoeling!! Ik begrijp het niet, ik ZEG generic sildenafil het nog tegen je halverwege de avond!! Ik ZEG het nog!!!” Ik probeerde nog uit te leggen dat ik toch altijd probeer om er een beetje sfeer in te brengen en als men blijkbaar die muziek leuker v….” “Nee, maar dat WILDE ik dus juist niet!! Dat ZEG ik nog! Nou, laat maar, hier hebbie je geld maar zoals jij nu gedraaid hebt had ik net zo goed die gasten van de Marathon kenne vragen!” Ik droop af. Voor mij een eerste kennismaking met een ontevreden klant. Een dag later had ik weer een schoolfeest op het 1e V.C.L. in Den Haag. De ‘Locomotion’ van Kylie was DE klapper van de avond….