Volgens mij was het Alex van Oostrom die destijds mij voor het eerst vertelde van de plannen van het toenmalige blad “Update” om een Dance Parade te gaan organiseren. Ik weet nog dat ik verbaasd was over het feit dat de Amsterdamse gemeente er niets in zag en uitgerekend de Rotterdamse gemeente de stap durfde te zetten. Een Amsterdams initiatief in Rotterdam, we deden er eigenlijk een beetje lacherig over; dat zou nooit wat worden!
De eerste twee jaar van de Fast Forward Dance Parade moest ik wegens verplichtingen aan me voorbij laten gaan, dat wil zeggen: ik was er niet. Ik leg dit even uit want om een parade van praalwagens aan je voorbij te laten gaan is natuurlijk precies de bedoeling van het hele gebeuren. Uiteraard heb ik me over die eerste twee jaren uitgebreid laten informeren door spionnen. “Hoe was het?” “Veel gabbers!” was vaak het antwoord in die beginjaren. “Gabber” is het enige scheldwoord dat door de house-industrie wordt geaccepteerd. “Fout publiek” is al te algemeen. Toch merkte je al snel dat de deejays en de bezoekers steeds enthousiaster werden over de parade. “Ja, het was heel oké” was dan wel het meest positieve commentaar, maar toch. Zo zijn we in de housewereld. Enthousiasme staat niet cool. Stel je voor dat je bekend zou staan als: “Hij vindt altijd alles leuk”, erger kan niet, in de housewereld.
Zelf ben ik pas sinds 1999 betrokken bij de Fast Forward. Vanaf dat jaar rijden “we” mee in de stoet als “«O» Dance Theatre”, ook al werden we in het eerste jaar nog foutief in de programmering vermeld als “Club O”, een benaming waar ik tot op de dag van vandaag een hekel aan heb. “Club O”, het blijft klinken als een homo-escort service. En die « »-tekentjes heeft ook nog steeds niemand onder de knie, maar dat geeft het geheel wel iets excluciefs. Lastig in guestbooks, “ik was nog in de <> gisteren”, aangezien de gewone <> tekentjes een HTML-code aangeven en alles er tussenin weglaten. Dat heeft blijkbaar nog steeds niemand door, maar goed. Het eerste jaar aangeduid worden als “Club O” was nog te overleven, we waren nog geen zes weken open dus….vooruit dan maar.
Zelf vond ik dat onze truck er dat eerste jaar aardig uitzag. Toen. Nu terugkijkend was het een ratjetoe van goedbedoelde decoratie in de categorie crêpe-papier en glitterslingers. Maar dat maakte niet uit want alle andere deelnemers hadden in diezelfde categorie gezocht naar decoratiematerialen. De Roxy was toen wel het meest sneu. Ze hadden bij wijze van “doekje voor het branden” posthuum de eerste truck van de Fast Forward cadeau gekregen omdat de fameuze club enkele weken daarvoor een dubbele crematie had beleefd. Het zat de Roxy niet mee. Er stond een enorme wind op de Erasmus-brug en eenmaal aan het eind van de brug aangekomen was werkelijk alle decoratie van de Roxy in de Maas terecht gekomen. Ik kon nog net “Keep the fire burning” lezen voordat een golf gulzig hapte naar het doek. Het had ook wel iets moois, iets symbolisch, die letterlijke ondergang van de Roxy daar in de Maas. De Roxy is nou precies zo’n tent waar een spectaculair einde bij past. De zaak wordt tot op de dag van vandaag ernstig gemist in uitgaansland en eerlijk gezegd weet ik niet zeker of die legendarische status vandaag de dag nog zou zijn blijven bestaan als de club nog gewoon open was. Misschien was het wel zo’n “iT”-status geworden, zo van: “wat was het daar gaaf hè?” maar misschien ook niet. Hoe dan ook: de Roxy kreeg een mooi laatste podium tijdens die FFWD van 1999. Snik.
Inmiddels zijn we 4 jaar later en de naam “Fast Forward” heeft zijn naam eer aangedaan. Het is allemaal snel gegaan. Afgelopen zaterdag waren er meer dan 350.000 bezoekers, althans volgens de politie. Hoe tellen ze dat? Er was inderdaad wel zoveel politie op de been dat een gemiddelde burgeroorlog nog in de hand zou zijn gehouden maar ik zag geen van de agenten met een blocnote mensen tellen. Laten we het erop houden dat het druk was. Heel erg druk. Wat een verschil met de dag ervoor. Dat is de dag waarop alle trucks mogen worden gedecoreerd. De crêpe-papier en papier-maché tijden zijn voorbij voor de «O»-truck en daarom begint de opbouw-ploeg al ‘s-morgens om 10 uur, zogenaamd onder het motto: “dan hebben we alle tijd”. Welnu, lezers en lezeressen, dat valt elk jaar weer vies tegen. Dit jaar kwam ik zelf zo rond de klok van 14.00 uur even “kijken hoe het ermee stond”. Misschien kon ik nog wat doen, dacht ik nog. Dat bleek. Het zijn ook altijd die kleine klusjes waar de meeste tijd in gaat zitten en dat zijn dan òòk nog eens die klusjes waar het publiek tòch niks van terugziet.
Zo werd ik voor het karretje gespannen om even wat planken te halen om onze (toch al lange) truck nog wat te verlengen in het midden. Dat leek me een klusje van een uurtje. Plankjes laten zagen bij de Gamma -dat zeg ik- of een andere bouwmarkt, vastschroeven met de schroeftol die onderweg was met een auto (in de achterbak van een auto wel te verstaan. Een schroeftol zelf laten rijden is een drama; je rijdt urenlang rondjes! We hebben dat drie jaar geleden eens geprobeerd maar dat was eens maar nooit meer!) en klaar zou Kees zijn.Kees (in dit geval ik) was niet bepaald klaar in een uurtje. Het begon al goed bij de eerste Bouwmarkt. Jeroen en ik (Jeroen heeft echt veruit het meeste werk in de FFWD-truck gestopt van allemaal dus bij dit klusje kon hij ook nog wel even meehelpen vond ik) kwamen aan bij “Karwei”, vlakbij de Mullerpier. Nu ben ik -dat moet ik er even bijvertellen- geen fan van Bouwmarkten. Ik ben zo handig met gereedschap als een spastisch patient met een bakje yoghurt. Eenmaal aangekomen leek de Bouwmarkt wel dagelijks een Fast Forward te organiseren. DRUK! Ik schatte het aantal bezoekers op 400.000, afgaande op de hoeveelheid auto’s. Binnen leek het rustiger. Ik voel me altijd zo’n loser als ik daar binnen loop. Overal lopen oudere-mannen-van-achterin-de-veertig zelfverzekerd rond, meestal met duimstok handig in de afgezakte achterzak. Jeroen en ik moesten daarentegen aan de eerste verkoper vragen welk soort hout we het beste konden gebruiken. “Het liefst het sterkste hout dat U heeft” hoor ik mezelf vragen. “Dan mot je multiplex hebben” zegt de aardige jongen. Hij wijst naar enorme platen die tegen de achterwand vakkundig zijn opgestapeld. Met een heftruck, dat kan niet anders. “Ok, dan moeten we 4 platen hebben van 80 bij 120,” probeerden we. Daar kwam het probleem: “Aai, je mot het gezaagd hebbe? Dat gaat vandaag niet lukken want de zaagmachine is kapot.” Het klusje duurde dus nog even. Na een uitvoerige uitleg van een erg aardige meneer gingen we op zoek naar een andere Bouwmarkt. De Gamma dit keer. Dat zei ik toch al? Dit was waarschijnlijk de oudste Gamma in Nederland. Het pand was ook eigenlijk niet geschikt voor een Gamma, allemaal rare bochtjes en zo. Wel veel spullen. Zelfde categorie kopers, zelfde categorie medewerkers. “Doet de zaagmachine het?” leek ons een gerechtvaardigde eerste vraag. Die deed het.
Ik kan nog lang verder gaan over het feit dat we een berekeningsfoutje hadden gemaakt en onbegrijpelijkerwijs met 4 ongelijke stukken terugkwamen maar dat zal ik jullie besparen. Ik kan ook nog vertellen over het feit dat de inmiddels gearriveerde slijptol precies genoeg kracht had om een puddingbroodje door te komen maar ik zal het allemaal niet doen. Dankzij Twan van de Matrixx, die natuurlijk weer wél een goede slijptol had, kregen we uiteindelijk ons klusje geklaard. Het was nu 22.15 uur. De rest van de truck was ook nog niet echt af waardoor de geplande nachtrust alsnog als sneeuw voor de zon verdween. Ik ging moe naar huis, Jeroen nog achterlatend met de video-camera’s die morgen het FFWD-feest via live-streaming en via de sateliet en weet ik veel rechtstreeks via de site moesten doorgeven. Zoiets. Jeroen geeft niet op en kreeg de hele uplink toch nog voor 01.30 uur voor elkaar. Ik lag toen al in bed, ik zeg het eerlijk. Niet dat er van slapen sprake is want je hoofd loopt over. “Dat niet vergeten, dat niet vergeten”, kortom: vergeet het maar, dat slapen.De dag van. Ik was wakker voordat de wekker ging en dat is sinds de zomervakantie van 1983 niet meer gebeurd. Snel naar de «O» om de laatste spullen te halen en niet te vergeten de drank. Hoho, er mag geen alcoholische drank worden genuttigd op de trucks dus je begrijpt dat we uitsluitend cola-flessen met uitsluitend cola meenamen! Tsss, het idee. Ondanks de trieste blikken van zowel Timmofeef als Kroll was het mooi weer. Sterker nog, het leek echt zo’n “mooie dag” te worden.
Na een file van 4 kilometer (die echt nergens ontstaat maar er toch altijd is) kwam ik Rotterdam binnen. De Euromast had me al gezien. Behendig reed ik door de straten, langs Blijdorp, richting Mullerpier. Vorig jaar had ik mijn auto net buiten de route gezet en kon dus vrij vlot weg. Zelfde plekkie, ik zat goed straks, dacht ik nog. Iets later dan gepland, pas rond 11.00 uur ging de stoet van de Mullerpier naar het beginpunt aan de Schiedamsedijk. Wéér een ander beginpunt dan vorige jaren, puntje van kritiek. De Coolsingel zat ook niet in de route dit jaar en dat vond ik jammer. De Coolsingel is juist zo leuk. Totaal nietsvermoedend winkelend publiek wordt volledig overspoeld door herrie en dansende mensen. Het is altijd zo’n leuk gezicht om al die dames en heren met de handen op de oren te zien staan. Maar goed, dit jaar geen Coolsingel want het Stadhuis stond in de steigers en buiten de geplande verbouwing wilde men liever niet teveel verbouwen. Achteraf bleek de Coolsingel geen must; deze route was zo mogelijk nog leuker. Het zonnetje scheen en dat was meer dan ik had verwacht. De «O»-truck zag er top uit, al zeg ik het zelf.
Armin van Buuren draaide de hele dag solo op onze wagen en dan ben je toch blij als hij er is. Zoveel andere deejays heb je niet bij een solo namelijk. Armin had slechts één uurtje geslapen aangezien hij vrijdagnacht met Paul van Dyk in Engeland moest draaien maar dat was niet te zien. Hij ziet er sowieso al hinderlijk gezond uit maar dit sloeg alles. Armin kon niet wachten en zette de eerste plaat op. JEEEEEEZUS wat stond dat geluid hard! De mensen van het geluidsbedrijf keken me aan met een blik van: “Ja jongen….dat klinkt wel even, hè?” Dat klonk wel even, ja. De stoet ging van start.De uren daarna zijn niet te beschrijven maar ik ga het toch proberen: wat een feest! Honderden meters fans liepen achter de truck aan. SBS6 kwam filmen voor Hart van Nederland en bleven de hele dag op de truck. MC Paul T. bewees weer eens waarom ’s lands beste MC (Marxman) hem zo hoog heeft zitten en bespeelde het publiek feilloos, danser Dabo is echt zijn gewicht in goud waard en steltlopers Mischa en Djungo (volgens mij schrijf je het zo) leverden werkelijk een topprestatie om vier uur lang onafgebroken te dansen, te springen en te rennen op die metershoge stelten. Dabo, Paul T. en Mischa horen gewoon bij de «O» en daar zijn we allejezus trots op.
Naar mate de tocht vorderde werd het steeds gekker: echt duizenden mensen dansten en sprongen om de truck, zwaaiden synchroon op aangeven van Dabo met de armen en Armin kreeg zijn kippenvel niet meer naar beneden. Terecht. Dit was zo’n dag waarvan je al op de dag zélf weet dat je het nooit meer zal vergeten.Eenmaal aangekomen bij de Mullerpier moest het geluid uit. Armin kreeg een ovatie van het publiek, Paul T. bedankte het publiek en maakte nog even reclame voor volgende week als Armin en Seb Fontaine samen in de «O» Den Haag draaien en de truck waggelde in stilte naar het terrein voor het eindfeest. De eerste druppels vielen maar het kon me niks meer schelen. Dit was een topdag!
Het eindfeest was als altijd minder leuk, mede dankzij een absolute wolkbreuk. Ik wilde snel naar huis, was drijfnat…sterker nog: zò nat ben ik nog nooit geweest en haastte me naar mijn auto. Daar zag ik de ellende al aankomen. Mijn auto was omsingeld door misschien wel honderdduizend mensen (schatting) en de verveeld kijkende politieagente zei: “Dat gaat nog wel 2 uur duren voordat je weg kan hoor!” Fijn.Na vijf kwartier doorweekt te zijn geweest stapte ik stiekum in mijn auto en reed -tot woede van de politie- stapvoets door de menigte. Het waren er veel meer dan 350.000, dacht ik nog. Na een hel-rit door de massa kwam ik eindelijk op de grote weg, de A13. Ik was zowaar blij dat ik eindelijk 80 mocht. De dag zat er op. Die avond moesten we weer open en was het zowaar ook nog gezellig.
Fast Forward 2002 was een topper en van de vier keer dat de «O» heeft meegereden wel de leukste tot nu toe. Tot nu toe, want volgend jaar wordt het misschien wel nòg leuker!