Zo heel af en toe krijg ik als succesvol columnist en zogenaamde kenner van het uitgaansleven een vraag van een fan of geïnteresseerde. Soms zijn het hele domme vragen, zoals “Peet, waarom noemen ze Koninginnen-soep eigenlijk Koninginnen-soep als er geen stukjes Koningin in zitten?”, alsof ik ALLES zou weten, soms zijn het grapjes die ik kan gebruiken voor mijn columns (vindt men dan), dan krijg je meestal het schuinere werk; “Komt een man bij de hoeren….-achtige grappen die ik jullie zal besparen, mede omdat ik ze altijd gelijk weer vergeten ben. Dat is een nadeel. Ik onthoud nooit moppen! En dat is jammer als je in gezelschap bent en de dodelijke stiltes blijven vallen, zoals ik dat vaak heb in de gesprekken met de meeste vrouwen. Mijn eigen grapjes onthou ik meestal wel. Zoals: “Ik heb lui zaad; ik kom meestal wat later” of: “Was het voor jou ook net zo lekker als voor mij? Nee, wel net zo kort!” , die ik wel komiek vond, maar goed, we dwalen af. Via de site bereiken me ook serieuze vragen. “Beste Peet,” begon laatst een mailtje, “ik moet een scriptie maken over de teruglopende bezoekersaantallen op de diverse dance festivals” en de vraag was, je raad het al, wat ik daar als Dance Guru van vond. Nu heb ik daar in de loop van tijd al de nodige meningen over gegeven maar het onderwerp is weer aardig actueel natuurlijk nu zelfs gerenommeerde evenementen als Impulz, Mystery Land en –helemaal schandalig- Dance Valley meer moeite hebben met de kaartverkoop dan in voorgaande jaren. En natuurlijk kunnen we weer beginnen over de recessie, de verzadiging en de overspannen markt dankzij het te grote aanbod en natuurlijk hebben we dan ook weer gelijk maar toch. Ik bekijk het eens van de andere kant. Kijk, dat de Jeugd van Tegenwoordig tegenwoordig nota bene eerder de naam is van een irritant bandje dat op nummer één staat in de top 40 in plaats van gewoon ‘de jeugd van tegenwoordig’ betekent (zoals vroeger) is al een groot verschil. Ik zal proberen niet als een ouwe lul te klinken en tevens zal ik proberen niet in herhalingen te vallen. Een vriend van mij heeft een dochter van 18 (eigenlijk wordt ze pas over een paar maanden 18 maar daar gaat het nu even niet om; als ik het niet gezegd had hadden jullie het niet eens geweten…echt zonde van de tijd dit!) en zij is –laat ik het voorzichtig zeggen- een ‘gemiddeld’ meisje van 18. Niet losbandig, niet saai of verlegen, gewoon: een leuk meisje dat een sociaal leven heeft. Zij gaat dus vrijwel niet uit. Heel af en toe naar Locomotion in Zoetermeer. De rest van de weken zit men “lekker thuis met wat vrienden” of gaat men “eens lekker vroeg naar bed, dan heb je nog wat aan je zondag.” Dat moet je natuurlijk respecteren, het is niet anders, maar het is toch wel een schril contrast met mijn toenmalige vriendenkring, zeker na het ontdekken van de house-muziek, begin jaren 90.Een week niet uitgaan was geen optie. Veertig graden koorts werden weggedanst en áls je dan een week écht niet kon moest je met een VERDOMD goede reden komen om niet per direct uit de vriendengroep verwijderd te worden, desnoods verzon je een excuus ter plekke want begrafenissen van tantes en andere verre familie telde zéker niet als excuus (“dan ga je toch gelijk door?”). Ik herhaal nog even een anekdote uit een eerdere column: In 1992 zaten wij op zondagavond tijdens een barbeque naar het journaal te kijken (althans: het stond op de achtergrond aan, maar ja, ook DIT hadden jullie niet geweten als ik het niet gezegd had, hè, ik moet even focussen, to the point Peet!) toen de vlammen op televisie de vlammen uit de pan overstegen. Er bleek een vliegtuig van El Al in de Bijlmer te zijn geland in plaats van op de daarvoor bestemde laningsbaan bij het nabijgelegen vliegveld, waar het nota bene nét nog geweest was. Onze vriendengroep was in paniek en geschokt. “NEEE!!! Dan is het straks op zéker rustig in de iT! Als ie al open is!!” was de eerste reactie. We zijn er inmiddels niet meer trots op, maar het was zo. Later ga je alles natuurlijk in perspectief zien en besef je dat het gewoon een hele gezellige avond was in de iT.Het is maar even om aan te geven hoe de mentaliteit veranderd is. Nu heeft één en ander natuurlijk te maken met het feit dat ‘house’ een nieuw fenomeen was in die tijd. Wij stónden daar toch maar mooi, als house elite. De “boeren” stonden nog gewoon op Madonna of Doctor Alban te dansen en wij stonden daar temidden van de hipste figuren te dansen op muziek die alleen wij – de happy few – kenden en die verder niemand kende, unneh! Wij waren de échte volwassenen in de uitgaans-scene, sliep uit! Er kwam al snel een scheiding tussen “gabber” en “mellow” (alleen de kreten al…) en hoewel ik als ‘gabber’ startte (die platen van toen zijn nog steeds goed) koos ik langzaam voor de “mellow”, ook al noemden wij in Den Haag en Rotterdam die muziek altijd “wielrennersbroekjeshouse” dankzij de vaak hippe boys die naar de “mellow”parties gingen in een te strak zittend shirt om het overdadig getrainde en gezonnebankte bovenlijf met inderdaad vaak een wielrennersbroekje eronder. Geloof me, ik was gek van die muziek maar in een wielrennersbroekje heb je mij nooit kunnen betrappen; het oog wil ook wat en de andere bezoekers hadden ook een vrije avond. Bovendien hadden ze mijn maat niet. De ‘gabbers’ droegen aanvankelijk “housebroeken”, dat waren (erg lekker zittende) uit heel erg dunne stof vervaardigde broeken die vaak met felle kleurenprints waren bedrukt. Bij de outfit van de betere ‘gabber’ kon hierbij desgewenst een hoofddoek in de kleuren zwart, wit of rood worden aangebracht. Toen de ‘gabber’-muziek ging ontwikkelen richting 220 BPM haakte ik definitief af. Ik herinner me nog de allereerste keer dat ik bij Midtown in Rotterdam de gevoelige grammofoonplaat “Alles naar de klote”, opgenomen door de formatie “Euromasters”, voor de eerste keer mocht beluisteren. 220 BPM en de speakers klonken alsof ze uit elkaar scheurden!!! “Alles naar de kláááhtuuuuu!!!” De uitbaters van Midtown kwamen niet meer bij van het lachen. Aanvankelijk vanwege mijn reaktie (hoofdschuddend de oren dichtdrukkend), later vanwege de enorme omzetten die de plaat genereerde. Ik was getuige van de officiële degeneratie van de muziek.De Raves (de bijnaam voor de hardcore-parties) verdrongen zich elke week om maar bezoekers te krijgen. Men had toen hetzelfde probleem als de festivals nu hebben: teveel-tevaak-teduur. Men raakte verzadigd en men trok weer naar de clubs. Kleiner, intiemer, gezelliger. Maar toen kwam de club-muziek voorzichtig met het eerste festival: Dance Valley. Op een veld bij Spaarnwoude had een aantal muziekliefhebbers een tent neergezet en daar wat dj’s neergezet. Het bleek een enorm succes, ondanks de wellicht teleurstellende opkomst (verhalen variëren van 1200 tot 2000 bezoekers). Afijn, over Dance Valley moet je maar even via de site www.petervanleeuwen.nl wat oude columns teruglezen. Dance Valley kostte toen rond de dertig GULDEN (die hadden we toen nog; het was voor EUROpa), het komende Dance Valley kost 65 Euro voor één dag en 95 Euro voor twee dagen (je mag dan wel op het terrein –voornamelijk proberen te- slapen). Ach, alles is duurder geworden, zou je zeggen, maar ik geloof dat niet helemaal. Interesseert het een gemiddelde bezoeker of er 40 of 20 deejays staan? Is Ambient Daan in de “Out of your mind”-tent een must? Vinden mensen het écht zoveel beter als er 16 tenten staan of vindt men 8 of 6 ook wel goed? Met andere woorden: is het hoge kostenplaatje (want dat is het) voor een dergelijk festival een must? En is het doorberekenen van je eigen winst (want dat doet iedere organisator) op voorhand een must? (“We hebben 30.000 mensen nodig dan verdienen we alsnog –even de horeca-opbrengsten meerekenen- een half miljoen” “Nou, laten we ervan uitgaan dat we er zéker 45.000 trekken…woehoe!!!!”)Hoe dan ook heb ik voor de briefschrijver geen sluitend antwoord. Het lijkt wel of niemand meer uit wil. De festivals raken leger en leger (zelfs Pinkpop en Lowlands merken het; ook de optredens van ‘gewone’ artiesten raken moeilijk uitverkocht trouwens!), de clubs hebben het vrijwel allemaal moeilijk (zeker in de Randstad) en zelfs de terrasjes in de stad zijn niet zo vol als een jaar of drie geleden. Men gaat gewoon minder uit en gezien de houding van de jeugd van tegenwoordig gaat het er niet snel beter op worden. En dat is jammer, want toch blijft niets zo leuk als vreemde, aardige, rare, geile, vrolijke, maffe, lamme, wappie of grappige mensen van allerlei pluimage aan te treffen in de clubs of op gezellige festivals. Geloof me, ik heb er genoeg ontmoet en had het voor geen goud willen missen!!!