De Oscar voor “Continuïteit” gaat helaas wéderom aan mijn neus voorbij! Jammer maar helaas. Kortom: het heeft weer even geduurd maar hier dan toch een –ietwat gehaaste- pennenvrucht.
Matige opener hè? Ik heb daar toch altijd moeite mee. Openers. Ik sta echt enorm te hannessen met zo’n blik. Krijg ‘m gewoon niet open. Je schijnt daar ook apparaten voor te hebben maar ik denk altijd: als het Popeye lukt, moet het mij ook lukken met blote handen. Kan Popeye een knappe zeeman zijn maar met je blote handen een blik spinazie openmaken vind ik gewoon knap. Kon je nagaan wat Popeye allemaal kon openmaken als ‘ie de spinazie ook op had!Ik bedoelde natuurlijk andere “openers”. Beginzinnen. Tegen meisjes. Brrrr. Doodeng. Vorige maand was er in de Asta een “singles”-party. Vrijgezellen uit alle hoeken en gaten kwamen er op af. De organisatie had zich alleen een beetje verkeken op de leeftijdsgrens; die was er niet. Vandaar dat 18-jarige huppelkutjes werden aangesproken door verstokte 55-jarige, zwetende en behaarde vrijgezellen onder het motto: “je komt naar een vrijgezellenparty dus pak wat je pakken kan”.Ik heb met verwondering zitten kijken naar de “approach” van de gemiddelde jongen. Tenenkrommend vond ik het. Maar nu komt het gekke: die meisjes niet! Die gingen giechelen na enorme dooddoener als “heb je het ook zo warm?”, of de meer brutale “zoooo, waar gaan die mooie benen naar toe?” of “van alle meisjes die ik hier vandaag gezien heb ben jij de mooiste!” Giechel, giechel. Begrijp ik niet. Nog gênanter vind ik de jongen die aan het eind van de avond naast een meisje komt staan en zegt: “zo, waar gaan we naar toe?” Ik vind per definitie iedere openingszin gênant en daarom heb ik in een discotheek nog nooit een meisje aangesproken. Vroeger bedoel ik dan. Later heb ik meisjes wel eens aangesproken met zinnen als “de garderobe is beneden” of “mag ik even je kaartje zien?” maar dat was altijd als werknemer in een discotheek, is toch anders.
Natuurlijk heb ik het al vaker over dit fenomeen gehad maar na afloop van de singles-party had ik een gesprekje met enkele meisjes en jongens over “de openingszin” en daaruit bleek dat ik er niet al te veel ken. Men noemde enkele openingszinnen die ik soms vrij briljant vond maar de hele groep reageerde dan met een “ken je die niet??? Dat is een ouwe, man!” Enkele voorbeelden:- Je pakt als man een ijsblokje, gooit het voor de voeten van het meisje, trapt het kapot en zegt: “Zo, het ijs is alvast gebroken”. Ik vond het erg grappig maar dat blijkt dus al een héééle oude grap te zijn. Dit was pas voorbeeld één.- Je loopt op een meisje af, al voelend in je broekzak en zegt: “Sorry maar ik ben even mijn telefoonnummer kwijt, mag ik het jouwe even?” Vond ik wederom erg grappig en lijkt mij voldoende voor een spetterende avond sex maar ook deze was volgens de aanwezige dames al méér dan over de datum.Kortom: ik ben een flirter van het lage water. Van de inferieure soort, zeg maar. Nu, zo achter de veilige computer, schieten me er wel een paar te binnen maar die zijn dan toch altijd een beetje vervelend voor het meisje. Zo van: ‘van alle meisjes die ik hier vanavond gezien heb ben jij er ook één.” Maar ja, dat is geen compliment natuurlijk. Dat wordt weer een eenzame avond, dat voel je aankomen.
Ik kan het sowieso moeilijk laten om grappig bedoelde opmerkingen te maken, ook bijvoorbeeld in een restaurant op de vraag: “heeft u een keuze kunnen maken?” te antwoorden: “ja, maar ze wilde niet”. Flauw, ik weet het, maar ik kan het niet laten. Beetje van de categorie: “wilt u misschien wat drinken? – Wat heeft u allemaal?” of “Deze schoenen lopen nog wel uit hoor – O, tot hoe laat bent u open dan?” of, de door Mark van Dale ALTIJD gebruikte opmerking bij de vraag “wilt u wat drinken?”: “Doe maar een wodka-cola light. Maar alleen als je hebt hoor, je hoeft niet speciaal te zetten.” Ik kan er niks aan doen, ik MOET zo’n soort opmerking maken, tot grote ergernis van mijn vorige vriendinnen overigens.Zou het nog goed komen met mij? Ik vrees van niet. Ze zijn inmiddels al wat ouder maar de vogelgriep-grapjes kan ik ook niet laten. Iedereen onderschat trouwens de impact van die vogelgriep maar vergis je niet…hij is voorspeld: de Pandemie, oftewel: de door vogels meegebrachte massale dood. Best eng maar een grapje kan geen kwaad, vind ik dan. Hele flauwe, zoals “op de Dam zie je mij niet meer met al die duiven”, “ik durf niet eens meer kippenvel te krijgen, zo bang ben ik!”, “kippen gaan van hun stokje” en de vrij aardige “vogelvrij vest”…. ik moét ze maken. Maar tegen meisjes…ik sla dicht. Ik denk dat ik toch onbewust bang voor ze ben. Mocht je nog goede suggesties hebben…. ik hou me aanbevolen.