Het is bijna niet voor te stellen, maar mijn grote cabaretheld Freek de Jonge is deze week 75 jaar geworden. Bij het woord ‘cabaretheld’ fronst de jongere generatie wellicht de wenkbrauwen. Freek? Dat is toch die oude, zure man die bij De Wereld Draait Door ruzie zocht met Marc-Marie en Peter R. De Vries? Ja. Dat is ook Freek. Tuurlijk.
Of de nóg jongere generatie die bij ‘Freek’ denkt aan leguanen en -vooral- Eva Jinek.
Nee. Dé Freek is mijn cabaretheld en dat is geen modern taalgebruik, nee, het woord held is op zijn plaats. Al op jonge leeftijd was ik erg geïnteresseerd in cabaret. Zoiets krijg je van thuis mee. Mijn moeder was groot fan van Fons Jansen, Wim Kan, een klein beetje van Wim Sonneveld (want te ordinair) en heel erg van de onvergetelijke Toon Hermans (wie niet).
Freek de Jonge was een geheel nieuw soort cabaretier. Ik was nog niet echt gecharmeerd van zijn tijd met Bram Vermeulen in Neerlands Hoop, waarschijnlijk was ik te jong. In ieder geval zaten er in die programma’s véél te veel liedjes en er zijn maar weinig cabaretiers waarbij ik liedjes kan waarderen. Een liedje is veelal een kwestie van uitzitten.
Begin jaren 80 ging Freek ‘solo’ en gelukkig hadden wij op school een leraar Nederlands, mijnheer De Cock, inderdaad met c-o-c-k, die dikwijls videobanden van Freek liet zien, waarschijnlijk om de vervelende dubbele uren -die wij op dinsdagmiddag hadden- voor hem nog een béétje draaglijk te maken. “De Mars” en “De Mythe”, dat waren de programma’s die mij kennis lieten maken met Freek de Jonge en ik was gelijk verkocht. Dit was nieuw, anders. Geen typetjes, geen sketches, geen liedjes(!) maar een stuk totaaltheater waarin allerlei verhaallijnen door elkaar heen liepen, in een tijd dat dat nog niet gebruikelijk was.
Ik bedoel het niet zo hoogdravend als het misschien klinkt maar de programma’s van Freek hebben mij verrijkt. In intellectuele zin, op de manier waarop ik stukjes schrijf maar zeker ook op het gebied van humor. Tegenwoordig moet alles hard, harder, hardst. Zelfs het achterwerk van onze vorige Vorstin moet eraan geloven.
In de begintijd van Freek de Jonge stond híj bekend als de ‘hardste’ cabaretier en klonk er geregeld een half geschokte “ooooh” door de lachsalvo’s heen. Freek was geweldig en ik vond dat niet alleen. Mensen als Jack Spijkerman en zeker Youp van ’t Hek kopieerden de stijl van De Jonge volledig. Rank Xerox-achtig. Of, om met Freek-zelf te spreken, “Youp heeft zeker wat in mijn mars”. Ik heb nog jaren een soort loyaliteitsgevoel gehouden ten opzichte van Freek. Een soort Stones/Beatles gevoel; je bent voor Freek, dus niet voor Youp. In de loop der jaren is dat gevoel wat weggeëbd want Youp heeft in de loop der jaren natuurlijk wel een eigen stijltje ontwikkeld en daarmee veel leuke programma’s gemaakt. Ere wie ere toekomt maar zonder Freek hadden we ook geen Youp gehad.
In 1995 deed ik een soort van relatie-poging met een mooi meisje. Een relatie-póging zeg ik met nadruk want het meisje was nog wel heel erg een ’meisje’. Het meisje in kwestie, Karlijn heette ze (en waarschijnlijk heet ze nog wel zo), wantrouwde mij als horeca-man volledig en zag mij al van de ene verovering naar de andere hoppen en daarvoor voelde zij zich te speciaal. En terecht. Al met al is het van ‘de daad’ nooit gekomen en ik heb haar ook nooit meer gezien. Op zo’n moment is dat even een inschattingsfout van zo’n meisje, maar so be it. Gráág of niet, zeg ik altijd.
Waarom begin ik over haar? O ja. Haar ouders kenden Freek de Jonge en zijn vrouw Hella heel goed. Karlijn ging dan ook geregeld mee naar Freek en Hella, zoals ze hen liefkozend noemde. De gedachte is bij me opgekomen, ik geef het eerlijk toe, dat het toch wel erg cool zou zijn als ik dan –als partner van Karlijn, zeg maar- lekker op visite kon bij Freek en Hel. Beetje bijkletsen, Freek zou moeten lachen om mijn spitsvondigheden, her en der wat inspiratie opdoen en ik zou al snel uitgroeien tot de favoriete schoonzoon. Hella zou tegen Karlijn zeggen dat ze het getroffen had met mij, om daar gehaast aan toe te voegen: “Hij is lief, extreem grappig en ziet er héél goed uit (het speelt in 1995)”, al dat soort uitspraken zou de revue passeren, ik zag het al helemaal voor me. Ik zou met Freek meerijden naar de leuke optredens, desnoods meegaan naar Ajax… Freek zou er een vriend bij hebben en Freek laat niet zo snel iemand toe in zijn kringetje. Ik zag het echt voor me. Het is triest, ik weet het. Het heeft niet zo mogen zijn.
Terug naar de jarige. De wat jongere generatie kent Freek de Jonge veelal als moralist. Moeilijke woorden, diepzinnige gedachten… niks kontneuken met de Majesteit… te drammerig. Toch zou ik bijna willen vragen om eens naar de vroege shows van Freek te kijken, met als absolute aanraders “De Mythe” en zijn beste Oudejaarsshow, de extreem grappige “Ontlading” waarin hij een zin tegen iemand uit het publiek zegt: “Nee, leuk dat u er bent. Vroeger lag dit soort mensen naakt aan de ketting maar tegenwoordig kunnen ze gewoon naar het theater.”
Ik vind ‘m nog steeds goed.
Voordat ik afsluit wil ik nog even één van de mooiste gedichten van Freek plaatsen. Hij heeft het geschreven voor Hella en komt uit “De Mars” (1983).
Ja, ik dacht: Karlijn leest dit misschien ook en wie weet zit ik alsnog volgende week op de koffie bij Freek en Hel.
Omdat jij wist dat ík het was
En niet jouw laatste liefde, de knapste van de klas
Omdat jij blozend voor me stond, naïef en van de kook
Omdat jij smoorverliefd was, daarom was ik het ook
Omdat je bij me blijven wou, ondanks mijn bot gedrag
Die vrijgezellendrift gepikt hebt, elke dag
Omdat je maling aan de mensen had, aan geroddel en gestook
Omdat jij zo graag trouwen wou, daarom wou ik het ook
Omdat je door bleef vechten, op het randje van de dood
De vrede, teder leven, in je armen sloot
Omdat je onomwonden het huwelijksbed in dook
Omdat jij zo graag kinderen wou, daarom kreeg ik ze ook
Omdat je leven kunt met mij zoals ik ben
Omdat jij altijd anders bent dan ik denk dat ik jou ken
Omdat jij jouw heilig vuur niet verstikken laat in rook
Omdat jij weet wat liefde is, daarom weet ik het ook