Jongens jongens, wat een effect heeft die broeikas! Het is nu ongeveer 30 graden en de verkoeling die een mens zo nodig heeft is nergens te vinden. Niks voor mij, dat hete weer. Met dit soort temperaturen kan ik me voorstellen dat er niks uit je vingers komt, dat je maar wat treuzelt en alles op zijn dooie akkertje gaat. Denk daar maar eens aan als je in Marokko of Spanje uren op een drankje zit te wachten!Het voordeel van dat hete weer is dat de dames zich luchtig kleden. En als ik zeg “luchtig”, dan druk ik me tegenwoordig voorzichtig uit. Ik woon vlak bij het strand en zie dus de strandgangers veelvuldig langs mijn deur paraderen. Sommige dames hebben alleen een veter aan terwijl veteranen juist weer klassiek dik gekleed gaan.Over het algemeen vind ik voornamelijk veel nadelen kleven aan dit hete weer. Zoals jullie nu wel weten ben ik nogal vaak werkzaam in de nacht. Ik kom geregeld rond half zeven, zeven uur thuis en dan doet de zon al goed zijn best. Tot zover is er nog niks aan de hand. Als ik mijn bed in ga is het al behoorlijk heet. Mijn gordijnen werken op zich prima maar de openstaande ramen fungeren als een soort hete luchtoven. Geen pretje. Deze week had ik wel het dieptepunt in de slapelarij.Na wederom een uitputtende nacht kwam ik doodmoe thuis. De autorit naar huis was dankzij de overmatige hoeveelheid drank voorbij gevlògen en tevreden stelde ik vast dat ik ondanks dat ik me van de rit niks meer kon herinneren toch weer keurig voor de deur geparkeerd stond. Wel een paar deuken erbij maar dat zal wel door een paar jeugdige buitenlanders gedaan zijn, dat kan niet tijdens de rit zijn gebeurd, dan had ik het wel gemerkt. Na drie pogingen gleed de sleutel moeiteloos in het daarvoor bestemde sleutelgat. En nadat ik ook de vier pin-sloten had ontgrendeld kwam ik met zo'n “ik ben tuihuis!!”-gevoel de hal binnen. Ik riep het niet echt want ten eerste zouden de buren daar last van kunnen ondervinden en ten tweede was er niemand thuis dus om dan te gaan schreeuwen leek me bij nader inzien zinloos.Met dat warme weer is het heerlijk om even onder een lekker koude douche te gaan staan dus ik zette alvast routine-matig de douche aan en ging op het toilet even de Playboy lezen om de koude douche nog maar eens dubbel nuttig te maken. Ik las een interview met Dennis en Dinand van Kane en hoe boeiend ook, ik voelde de vermoeidheid toch wel ernstige vormen aannemen dus ik besloot op te staan van het toilet en kwiek de douche onder te stappen. Ai, het was de hete kraan die ik uitsluitend had opengedraaid en dan kom je van een kokend hete kermis thuis, kan ik je melden. Na een kort Beverwijk brandwondencentrum-moment nam ik dan toch de koude douche. Het was inmiddels half 8 en ik was kapot. Echt kapot. Snel het bedje in. Heerlijk, zo'n waterbed. In de zomer is het lekker koel, in de winter lekker warm en daartussenin precies goed. Kussentje opslaan en met zo'n gelukzalige glimlach die je alleen bij beddenreclames ziet aan de nacht/dagrust beginnen. Ik kan meestal niet gelijk slapen maar ditmaal ging dat kinderlijk eenvoudig.Tot het half 9 werd. De buren hadden blijkbaar een kleine verbouwing gepland en terwijl ik nog geen uurtje lag te slapen hoorde ik een snoeihard “BBBBBBBAAAAAAAAARRRRRRRBBBBBBRRRRR”-geluid naast mijn oor. De huizen waarin ik woon zijn zò gehorig dat zelfs de muizen op hun tenen moeten lopen om niet op te vallen dus je kunt je voorstellen dat dat geen pretje was. Hemelsbreed zat de boor nog geen meter van mijn oor en dat wilde hij weten ook. Ik werd helemaal gek. Wat ik ook probeerde, het geluid was oorverdovend. Ik heb mijn kussen over mijn oren getrokken, wc-papier tot aan het trommelvlies gepropt, het mocht allemaal niet baten. Uiteindelijk ging ik maar met een dekbed in de woonkamer liggen waar de herrie nog nèt te doen was. Ik was zo moe dat ik toch vrij vlot, dat wil zeggen: na ongeveer een kwartiertje woelen, in slaap soesde. Niet voor lang. De aan de overkant van mijn straat gelegen Rooms Katholieke Kerk vond het tijd om eens flink aan de bel te trekken. Normaal klinkt de kerktoren twee keer per uur, op het halve uur 1 klingel, op het hele uur beiert de toren het aantal uren (ook geen pretje 's morgens, maar goed) maar het ergste is het moment dat de beiaard, de klokkenluider of hoe noem je zo'n sadist, echt hélemaal los gaat. Alsof ie een xtc-tablet heeft geslikt gooit ie alle bellen los, ik weet niet of je het kent. Het gebeurt ook op totaal willekeurige momenten en zo dus ook om 10 over half 10, weer een uur na mijn laatste inslaap. “BENG..BENGBENG-KABENG-KABENG-BENG-KABENG-BOING-BENG-KABENG” denderde het door de straten. Ik ben niet gauw agressief maar ik had nu toch wel heel erg zin om een geestelijke gehandicapt te maken! De schoften! Ook de buurman drilde vrolijk verder en ik voelde me echt Mister Bean. Echt alles ging mis. Binnen was de temperatuur opgelopen tot 45 graden gevoelstemperatuur, het bankstel waar ik op lag was zeker geen waterbed maar wel doorweekt inmiddels en de buren gooiden er een schepje bovenop: “KABENG-BENG-BOING-BRRRRRRRRRRRRRAAAHBBBR-KABENG-BOING-BRRRRRRRRRRRR-BENG-KABENG”. Ik dacht dat ik achterlijk werd.Toen ik net weer was weggedommeld, inmiddels zonder kerktoren maar nog steeds met -af en aan- borende buren lag ik net lekker in mijn REM-slaap toen er keihard werd aangebeld. Twee keer lang achter elkaar: “TRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRIIIING”. “TEEEEERRRIIING”, riep ik woedend terug. De postbode zag dat ik niet blij was met zijn aanbellen. Een verrot uitziend hoofd zag hij om het hoekje van de deur dat riep: “JA?” “Ehhhh, een pakketje voor Uw buren, ze doen niet open!” Woedend pakte ik het pakket aan en smeet het op tafel. Ze doen niet open! Omdat ie natuurlijk wél heeft gezorgd voor afdoende oorbescherming voor zichzelf! O ja, en mij wordt niks gevraagd! Deze dag komt niet meer goed, dacht ik nog. En na nog vier telefoontjes, waarvan twee van een onderzoeksbureau “Mag ik u een paar vragen stellen?” “NEEE, KUT! PLEURT OP MET JE ONDERZOEK!!” en nog één keer verkeerd verbonden: “O sorry, mijnheer, dan heb ik een verkeerd nummer gedraaid” “WEL ALS JE MIJ NIET MOEST HEBBEN JA! OUWE TEEF!” wist ik het zeker: dit was niet mijn dag.Eenmaal op de zaak zei een collega: “Zo, hèèhèè, ben je daar eindelijk??” maar van die collega horen we pas over enkele maanden wat als hij uit coma komt. Ik ga nu eindelijk slapen.