Het zal begin mei geweest zijn. Winny, de vriendin van Mark van Dale kwam geheimzinnig op me afgelopen en maakte een soort “Listen carefully, I’m gonna say this only once”- achtige indruk. “Hé, luister es, ik wil eigenlijk voor Mark zijn verjaardag iets leuks doen.” Ik dacht nog: wat heb ik daarmee te maken? Maar ook daar had Winny antwoord op. Of het niet een té gek swingend plan zou zijn als we voor Mark’s veertigste (!) verjaardag een soort film over zijn leven zouden maken. Een soort “In de hoofdrol” maar dan was het de bedoeling dat de hoofdrolspeler-zelf er niets van zou weten. Klonk leuk. Winny had al een cameraman geregeld, eigenlijk was alles al in kannen en kruiken en hoefde ik alleen maar even een paar interviewtjes te doen met wat mensen die in het leven van Mark belangrijk waren. Ik moest dan denken aan een DJ Jean, de jongens van Midtown, Mark zijn moeder…. nou ja, misschien dat ik nog wat wist want ik kende Mark per slot van rekening langer dan Winny-zelf en of ik dan daaraan mee wilde werken. Ik zei gelijk “ja” want ik vond het een heel leuk idee.Op school was ik al zo’n type dat al het werk tot het laatste moment uitstelde. Proefwerken werden steevast op de laatste avond een beetje voorbereid, vaak rekening houdende met dat ene tussen-uur waarin ik “toch alles nog even kon doorlezen”. In de praktijk kwam daar weinig van terecht. Dus ditmaal probeerde ik ruimschoots van te voren (5 weken) te beginnen met de voorbereidingen van deze film. We praten nu begin oktober. Cameraman was geregeld, Winny had alle afspraken gemaakt met de te interviewen betrokkenen, kortom: a child can do the wash. Op de eerste draaidag was het al duidelijk dat niet alles zo gaat als je van te voren denkt. Om half elf zouden wij de beoogde cameraman ontmoeten op de afgesproken plek. Omdat Mark niks mocht weten waren al die afspraakjes nogal op een “The eagle has landed”- manier tot stand gekomen maar het was toch een duidelijk verhaal: half elf op de afgesproken plek. Afgesproken. Er was al gelijk een aardig kinkje in de kabel: de cameraman kwam niet opdagen. En dat is verdomd lastig filmen, zeker als de cameraman in kwestie ook de benodigde camera zou leveren. Daar stonden we. Om 13.00 uur moést er wat gebeuren. Mark’s moeder zou die dag gefilmd worden en was al een week nerveus geweest; het zou a-so-ci-aal geweest zijn om tegen haar te moeten zeggen: “we doen het volgende week”. Wéér een week nerveus, dat kun je niet maken. Gelukkig bracht een andere vriend van Mark, Eelco, uitkomst en leverde zijn camera. Wéér een andere vriend/kennis van Mark is professioneel cameraman en die wilde wel helpen dus om 14.45 waren we dan toch eindelijk op weg. De achterstand op het schema was al nooit meer goed te maken maar beter iets dan niets. De beoogde cameraman kregen we dan toch nog om 16.15 uur aan de telefoon. Hij had zich verslapen. Ach, die zes uurtjes verslapen…. kan gebeuren. Komt in de beste families voor.Door de vertraging moesten we een aantal interviews verplaatsen. Zodoende kwamen we dus uit op vijf film-dagen in plaats van drie. Ah joh, als het moet dan moet het. En het moest. Afijn, zo’n twee weken voor de verjaardag (de deadline) waren de beelden geschoten en was een kwestie van monteren. “Het leukste werk” zeiden we nog tegen elkaar. Nou, misschien wel, maar ook het mééste werk. Eelco deed ook de montage en voor mensen die Eelco niet kennen uit het Miami-verslag van dit jaar: Eelco is een Pietje Precies. Dat heeft als voordeel dat het er perfect uitziet maar als nadeel dat je over iedere montage-knip zeker drie keer zo lang doet. Maar: het zag er wel geweldig uit. Alleen qua tijdsplanning hadden we een klein probleem. Ik grap altijd dat Eelco het zó druk heeft dat hij geen tijd heeft om eens iets aan time-management te doen maar het is echt zo. Ik zal jullie verder niet vervelen met de details maar laat ik zeggen dat slechts twéé uur voor de start van de verjaardag de film eindelijk af was. Stress!!! Zondagavond 14 november vierde Mark van Dale zijn verjaardag in de Escape. Mark was de hele dag bloednerveus want hij had wel door dat er iets geheimzinnigs aan de gang was. Hij wist nog steeds niks van die film en was derhalve bang dat we een stripper hadden gehuurd of iets anders “engs”. Hij had die middag nog duidelijk gemaakt dat als er ook maar IETS zou gebeuren dat hem niet zinde, hij onmiddellijk zou vertrekken. Om dat nog even aan te dikken hadden we midden in de Escape DeLux (waar het feestje plaatsvond) een kruk midden in het licht gezet, alsof het de bedoeling was dat Mark daar zo dadelijk –in the spotlight- volledig naar onze willekeur voor lul kon worden gezet. Mark lachte nerveus en probeerde een “maakt mij allemaal niet uit, ik ga daar toch niet zitten”-hoofd te trekken. Dat lukte prima. Toen eenmaal duidelijk was dat we een film voor hem hadden gemaakt werd Mark er niet geruster op. Logisch, want wat zit er in zo’n film? Dat kan wel eens slecht aflopen. Gelukkig was dat niet het geval en was Mark best onder de indruk. Kijk, als makers hoopten Eelco en ik natuurlijk op een “WAAAAAUUWWW WAT GAAF JONGENS!!!! Jullie zijn echt mijn ALLERbeste vrienden!!!!”-reaktie maar de door Mark gegeven “echt heel leuk”-reaktie was ook voldoende. Voor hetzelfde geld had Mark na het starten van de film gezegd: “Nou, die kijken we later wel, we gaan zuipen!” en dat is dan nóg lulliger als je er zo’n 120 uur werk in hebt zitten. Het werd een heel erg gezellige avond daar in Escape. Terwijl ik die film zat te kijken moest ik denken hoe een film over mijn leven eruit zou zien. En wat zou daarin moeten? Mijn eerste gevecht? Toen ik 11 jaar was gingen wij altijd voetballen met de plaatselijke straatvrienden en op de één of andere manier kreeg ik op een dag ruzie met één van mijn betere vriendjes. Ik herinner me nog goed dat hij een opmerking maakte in de trant van “nou, kom maar?!”, hetgeen in onze jeugd een uitdaging betekende. Tegenwoordig is het een kwestie van éééven dat mesje trekken en je bent klaar maar daar dachten wij nog niet eens aan. Wij hadden geen extreem gelovige ouders dus ook geen messen. Ik lachte naar de rest van mijn vriendjes en liep vastberaden op de jongen af en zei iets in de trant van ”okee, kom dan joh gek!”. Het was in die tijd gebruikelijk dat je eerst tien minuten dreigend tegenover elkaar ging staan en een beetje ging duwen tegen elkaars schouders. Meestal werd zo’n gevecht dan door omstanders voorkomen en eerlijk gezegd ging ik daar ook volledig van uit in deze situatie. Het was al raar om met één van je beste vriendjes ruzie te hebben dus het zou nog raarder zijn als alle omstaande vriendjes daar niks tegen zouden doen. Dat zou raar zijn; alsof je een klap in je gezicht krijgt. Nou, die kreeg ik dan ook. Mijn eerste klap ooit! Ik was meer verbaasd dan aangeslagen. Daar had ik niet veel tijd voor want de tweede klap volgde in enthousiast tempo. Nu moest ik wat doen. Ik besloot mijn judo-lessen in “het echt” uit te proberen maar op een grasveld is het toch anders judoën dan op de mat. En bovendien had mijn tegenstander niet zo’n handig wit judo-outfit aan dat ik gewend was. Dat begreep ik toen al niet: als je wilt winnen met judo ga je toch niet zo’n makkelijk beet te pakken pak aantrekken? Doe zo’n zwempak aan als Pieter van den Hoogenband heeft! Probeer dat maar eens beet te pakken! Nou ja, het gevecht stopte vanzelf. Niemand hoefde toen nog op de dodenlijst, het was gewoon afgelopen. Na enkele dagen was alles weer goed, dat was toen nog zo. Niet zoals nu, in deze tijd waarin toeristen in Amsterdam vragen “Can you tell me where’s the famous ‘Ven Googh’?” en ze richting de Mauritskade worden gestuurd in plaats van naar het Rijksmuseum.Ik kwam thuis en mijn moeder zei: “Wat heb jij nou onder je oog?” en toen ik vertelde dat ik had gevochten kwam er een –door mij totaal niet verwachtte- reaktie: ze moest een beetje lachen. “Hebbie een klap gehad?”, alsof ik daarmee eindelijk, tegen haar verwachting in, “een man” was geworden. Mijn vader kwam er ook bij en maakte een soort “je hebt toch wel teruggeslagen?”-achtige opmerking. In ieder geval kwam er geen reaktie in de trant van: ‘Waar woont die gozer, ik slóóp ‘m, ik schiet zijn familie af en zijn moeder ook!” want dat was toen gewoon nog niet zo. Althans: niet bij mij in de buurt.Tja, wat moet er in zo’n film over je leven? Mijn mislukte liefdesrelaties? Ach kom, het moet geen comedy worden natuurlijk. Nou ja, iedereen kan wel een film van zijn eigen leven samenstellen. Maar ik kan je vast vertellen: het is heel veel werk!