In de zomer van 1989 ging de telefoon. Ron McDonald aan de lijn. Of ik zin had om bij het zojuist legaal geworden Radio Stad Den Haag een dagelijks uurtje “Kwartet” te presenteren. Sorry? Of ik daar ZIN in had? Natúúrlijk had ik daar zin in. Ik? Bij het ‘grote’ Radio Stad Den Haag? Ik was enorm vereerd. Alsof Lex Harding zou vragen of ik misschien zin had om de Top 40 over te nemen! Radio Stad Den Haag was een legendarisch station, waar ik jarenlang met veel plezier naar had geluisterd. En dan vooral naar de Flitsende 50, de hitlijst die werd gepresenteerd door mijn held: Ron McDonald! En dat uitgerekend deze held mij belde…. ik kon mijn oren niet geloven.

Er waren wat complicaties. Ik maakte in die periode programma’s bij Lokatel, de haagse lokale omroep, die programma’s maakte vanuit de studio’s van een ziekenomroep. Zo klonken de programma’s dan ook. Dat was niet het grootste probleem. Ik werkte in die tijd ook bij een platenmaatschappij, DMC in Katwijk. Ik werkte parttime, aangezien ik daarnaast een vrij succesvolle drive-in show runde met wat vrienden. Na wat schuiven met de werktijden had ik het mezelf een stukje moeilijker gemaakt; ik werkte voortaan elke dag(!), zij het dan tot drie uur ‘s-middags, zodat ik om vier uur in de studio aan de Leyweg in Den Haag kon zijn. De incidentele snelheidsbekeuring nam ik dan maar voor

viagra 2015 coupon // http://cialisonline-certifiedtop.com/ // pfizer brand viagra online // generic cialis online // canadianpharmacy-toprx.com

lief. De laatste complicatie was misschien wel de vervelendste: station-directeur Rob Velders wist niets van de actie van Ron McDonald af. Een kleinigheid. Toen ik bij een vergadering van Stad Den Haag (in café de Halve Maan) mijzelf voorstelde zei Rob doodleuk: “Stuur maar een bandje, dan luister ik er even naar…” Ik wist niet wat ik hoorde. Ik had alles al omgegooid op mijn werk, bij Lokatel al opgezegd en nu kreeg ik te horen: “stuur maar een bandje?” Ik was boos en teleurgesteld tegelijk. Gelukkig was ik in die tijd al aardig arrogant en zei: “Nou, je luistert zaterdag maar naar Lokatel, dan kun je horen of je het wat vind!” Rob Velders beloofde te luisteren. Achteraf had ik moeten weten dat hij natuurlijk niet zou luisteren, maar een interventie van Ron McDonald en een nijpend tekort aan dj’s zorgden dat alles alsnog goed kwam: ik was welkom. Soort van. Best wel.

De overgang van Lokatel naar Stad Den Haag was enorm. Bij Stad Den Haag hing een ‘stoere’ sfeer. Overal 12″-es in enorme platenkasten, stoere posters aan de muur en bovenal: je rook de winnaarsmentaliteit. Bij Lokatel rook je alleen het zweet van de toenmalige conciërge. Het grootste verschil was wel de studio. Wát klonk dat goed! Echt iedere boerenlul klonk daar als een klok, hetgeen mij natuurlijk goed uitkwam. Na enkele programma’s had Rob Velders zich neergelegd bij mijn komst. Dat bleek althans aan het aantal vlieguren dat ik moest maken in de studio. Na mijn uurtje “Kwartet” was namelijk dj Mike de Mos geprogrammeerd. Mike nam het niet al te nauw met de werktijden, zeker niet gedurende de zomermaanden. Vrijwel ieder programma werd ik gebeld door Mike, met de vraag of ik nog een uurtje langer door wilde gaan. Hij had wat vertraging. De strandgeluiden op de achtergrond verraadden wel iets natuurlijk. Maar ach, wat kon Mike het schelen. Radio Stad Den Haag was als lokaal station alleen op de kabel te beluisteren en daardoor waren oudgedienden als Herman van Velzen en Mike de Mos niet meer optimaal gemotiveerd. Na enkele maanden was de carriere van de beide heren dan ook ten einde. Mensen als Ricky Romano en (de ook van Lokatel meegekomen) Stephan de Ruiter namen de dagelijkse gang van zaken over. Ik speelde daarin ook een belangrijke rol, mede omdat wij eigenlijk de enige drie mensen waren die fanatiek overbleven.

Toen ook de laatste oudgediende, Ron McDonald, in 1990 stopte met de Flitsende 50, was het oude Stad Den Haag eigenlijk ter ziele. Ik nam de Flitsende 50 over van Ron en heb dat programma van 1990 tot en met eind 2008 vrijwel wekelijks gepresenteerd, op allerlei radiostations (NRG, Stadsradio Den Haag en de laatste acht jaar op Fresh FM). Het ‘nieuwe’ Stad Den Haag ging in 1992 weer voor twee jaar terug in de illegaliteit, weer op de beroemde frequentie 97.2 FM. Toen in 1994 de mast omwaaide na een flinke storm, was het verhaal Stad Den Haag definitief ten einde. Het is grappig om te zien dat jongeren het ‘latere’ Stad-tijdperk nog goed herinneren. We draaiden mellow-house en ook dat was in een gabberstad als Den Haag vrij vernieuwend. Uiteraard haalde het station nooit meer de glorie van het ‘oude’ Stad Den Haag. In de loop der jaren hoorde ik van de oud-gedienden veel verhalen over “vroegah”. Toen alles nog leuk was. En écht illegaal. De jaren 80 moeten voor de Stad-jocks een geweldige tijd geweest zijn. Eigenlijk was ik dus nét te laat. Radio Stad Den Haag was een begrip en toen op 1 januari 1988 de laatste uitzending plaatsvond, was ik uiteraard ter plaatse op het Alberdinck Thijmplein. Op nieuwjaarsdag nota bene! Er hing een verslagen sfeer en ik voelde met de Stad-boys mee. Voor Rob Velders was het een aparte dag; een avond daarvoor werd zijn dochter Denise geboren en die blijdschap maakte even plaats voor droevenis, een dubbel gevoel. “Het klinkt wat theatraal…Luisteraars, dat was het dan”, een Matthijs van Nieuwkerk-achtige eindspeech van Velders, die wij nog jaren hebben geparafraseerd. Te pas en -vooral- te onpas gebruikten we hem in Velders’ bijzijn.

De verhalen zijn gewoon goed. Rob Velders was misschien wel de meest gezochte man binnen de Radio Controle Dienst. De Radio Controle Dienst (RCD) was een soort Stasi-achtige instelling die jacht maakte op radiopiraten. Dat ging er heftig aan toe. We hebben de rapporten en dossiers die ze over Stad Den Haag hadden verzameld later kunnen inzien: het waren dozen vol. Alles werd beschreven en vrijwel iedereen hadden ze in de smiezen. Zinnen als: “E. rijdt weg van het zendadres in een blauwe Golf en rijdt richting Schimmelweg”, heel gedetailleerd. Maar Rob Velders niet. Nooit hebben ze hem kunnen pakken, op één keer na. Het probleem voor de RCD was: ze wisten niet dat ze de grote baas te pakken hadden. Rob zette zijn “ik zweer het je”-hoofd op en daar kun je heel moeilijk weerstand aan bieden. Hij deed de RCD geloven dat hij slechts een werkloos, nietzeggend slaafje was, dat ingehuurd was om bandjes te wisselen op het zendadres. Hij kreeg er een tientje voor en was daar blij mee, dat idee. Een half uur later stond hij weer buiten. De ambtenaren van de RCD hadden bijna medelijden met hem. Het is een gave.

Genoeg mooie verhalen uit de oude doosch. Uiteindelijk zijn diezelfde Rob en ik bijna twintig jaar onafgebroken business-partners geweest en onlangs is die samenwerking weer hervat. We hebben leuke dingen gedaan, zoals de Radio Stad Mega Dance Festivals, diverse Italo-feesten (samen met de onvermijdelijke Marcello), natuurlijk Rave the City en zijn daarnaast platenzaken, een platenlabel en diverse clubs begonnen, zoals de Tempel, de «O», Asta en Cocoon, om er maar wat te noemen (zei hij achteloos…) De avond in de “Halve Maan” was achteraf bezien natuurlijk een belangrijke avond in mijn leven en Radio Stad Den Haag stond aan de basis van dat alles. We kunnen dus stellen: qua radio was ik misschien nét te laat, maar voor de rest kwam ik misschien wel precies op tijd. Kortom: Leve Radio Stad Den Haag!