Misschien wel de meest vreemde concurrentiestrijd die ik ooit heb meegemaakt, was in de winter van 1991. Wij hadden in navolging van de zeer succesvolle Rave the City party in de Houtrust Hallen onmiddellijk een tweede feest gepland. Nog groter en nog beter, onder dat motto.

In die tijd was er maar één grotere locatie denkbaar: de Statenhal van het Congresgebouw in Den Haag. Er konden zo’n 14.000 mensen in en in die tijd waanden wij ons oppermachtig, dus het zou een fluitje van een cent zijn om die mensen bij elkaar te brengen.

Het feest vond plaats op 21 november 1991. Het werd een enorm succes. Maar dat was niet zonder slag of stoot. De directie van de Statenhal had in al haar wijsheid namelijk precies één week later de zaal verhuurd aan Edje Groenewegen. Ed had al een aardige reputatie opgebouwd in Den Haag, of beter gezegd: juist niet aardig. Maar hij had zijn leven gebeterd en werkte voor een grote organisatie: APCOA, beheerder en eigenaar van vele parkeergarages, waaronder die van het Malieveld.

Ed had de directie van Apcoa zo gek gekregen om in het gapende gat in de markt te duiken: houseparties. Daar was het grote geld te verdienen en Ed ging dat voor hun wel regelen. Als zij maar betaalden. En zo werd Lucifer’s Houseparty geboren. Het feest zou exact 1 week na Rave the City plaatsvinden. Hoe ze het bedacht hebben in de Statenhal is nog steeds een raadsel, maar laten we het houden op ‘nieuwigheid’. Wie wist nou eigenlijk wat een houseparty precies inhield in die tijd? De directie van de Statenhal in ieder geval niet.

Toevallig sprak ik Ed Groenewegen gisteren nog. Hij komt regelmatig even buurten in het Maliehuisje en het leuke van Ed is: hij kan er zelf smakelijk om lachen. Over hoe hij Apcoa voor het karretje had gespannen. Over de poster, waarop een duivel (Lucifer) een vleermuis opeet (het logo van Rave the City) bijvoorbeeld. Het grappige is dat het mij nooit was opgevallen, maar Ed vond het een meesterzet. Of dat Jeroen van Inkel de presentator was van Lucifer’s Houseparty, wat wij -als credible underground jongens, die houselegende Joey Beltram lieten invliegen- natuurlijk totaal not done vonden. Ed bekeek het anders: gratis reclame op Radio Veronica.

Op straat gingen de flyerteams er hard tegenaan. Het was Ajax-Feyenoord, de Stones tegen de Beatles, het was een soort van oorlog, maar op een leuke manier. Wij hadden met ons radiostation Stad Den Haag een zekere power en die lieten we niet onbenut. Er viel geen kwaad woord over Lucifer hoor. Het werd volledig doodgezwegen. In alle Rave the City spotjes zat alleen de zin: pas op voor imitaties, of iets dergelijks. Het was achteraf een leuke rivaliteit. Zeker omdat wij uiteindelijk 9.500 man hadden en de eerste Lucifer party dat bij lange na niet haalde, ik geef toe, dat praat makkelijker. Overigens ging de tweede Lucifer party in april 1992 wel bom- en bomvol, dus Ed heeft het goed volgehouden.

Dankzij de Peter van Leeuwen Facebook pagina vonden we de originele flyer van de eerste Lucifer.

Eddy en ik hebben in ieder geval veel lol gehad bij het terugdenken aan deze bizarre tweestrijd…

1185905_708093719207180_2095882296_n