Nederland is in mineur. Zonder weer een sombere column te willen maken is het een feit dat de saamhorigheid in Nederland ver te zoeken is en ik vrees dat de tegenstellingen nog wel eens veel ernstigere vormen kunnen gaan aannemen. Na de moord op Pim is het een chaos, het is niet anders. Deze keer wilde ik het juist over de saamhorigheid hebben.
Mijn eerste kennismaking met het fenomeen “house”, begin jaren 90, kenmerkte zich vooral door dat ene woord “saamhorig”. House was nieuw, drugs waren nieuw, alles was nieuw en dus leuk. Je moet het zo zien dat in de jaren 80 het uitgaan bestond uit stoerkijkende gespierde gasten met gouden kettingen, matjes en wat dies meer zij, die kauwgomkauwend tegenover hun té gepermanente vriendin de verplichte danspasjes deden. House opende een nieuwe wereld….Mijn eerste houseparty die echt dat predikaat verdiende was in het Nederlands Congres Gebouw, een feest van Gotham City, ergens onderin dat superongezellige gebouw, het moet 1990 geweest zijn. Er klonken de hele avond alleen maar beats, echt verschil tussen de platen was nauwelijks waarneembaar, terwijl ik op dat moment een platenzaak exploiteerde en toch echt vrijwel alle houseplaten dacht te kennen. Mis. Ik zat dus duidelijk in de commerciële hoek van de house (T99, Quadrophonia) en deze jongens (achteraf Dimitri, Remy en Ardy Beezemer of zo) hadden die hoek óf nooit bezocht óf links laten liggen. “Zo, dit is dus mellow?” vroeg ik aan een ogenschijnlijk frequente bezoeker, gekleed in een wielrennersbroek en een overdreven strak wit shirtje. “Is effe wat anders dan die commerciële troep, hè?” knikte hij instemmend. Dat was het wel. Maar om nou te zeggen dat ik gelijk de vibe voelde die nodig was om een topavond te hebben….nee. Ik had in ieder geval niet hetzelfde gevoel als al die overhitte, roodhoofdige dansende mensen op de dansvloer. Ze konden niet stoppen met dansen, zo leek het. Hoe kan dat toch? Ik moet daar gelijk aan toevoegen dat ik nogal naief ben geweest als het gaat om drugs. Ik heb jaren gedacht dat drugs voor Herman Brood waren en alle bekenden die ik tegenkwam gewoon lam waren. “XTC is harddrugs. Klaar. Bekenden van mij nemen dat niet.”, zo heb ik jaren gedacht.
Tot op het moment, ergens in 1992 pas (!!!) – hoe bedoel je naief, 2 jaar later! – dat een zéér close friend opbiechtte die week in Nighttown een pilletje geslikt te hebben!! Ik had toen al wat Rave the City’s achter de kiezen en ik was ook weer niet zo wereldvreemd om niet te weten dat de hele zaal strak van de drugs stond, maar toch zeker geen bekenden van mij, uit de gewone mensenwereld?? Het leek me een praktische onmogelijkheid. Toen het toch zo bleek te zijn was het even schrikken. Heel erg schrikken! “HIJ???”, dacht ik nog, alsof hij net verteld had dat hij 6 vrouwen ritueel had afgeslacht na ze eerst met pek en veren te hebben overgoten, verkracht had en vervolgens in de brand had gestoken. (Ja, ik bedenk maar wat…. Overigens kun je ze beter eerst verkrachten en dan pas met pek en veren overgieten zit ik nu te bedenken want met je pik in de pek is niks natuurlijk) Ik weet zelfs nog dat we met de hele vriendengroep geprobeerd hebben hem te overtuigen dat hij in de goot zou eindigen (niet wetende dat dat juist het leukste gedeelte is van drugs, haha), zijn leven zou vergooien en dat er van enige toekomst in zijn geval geen sprake meer zou zijn. Maar de vriend in kwestie (ik herhaal: een goede vriend) was stellig: “Nou sorry jongens, maar ik weet zeker dat het niet de laatste keer zal zijn dat ik zo’n dingetje neem!”. Mijn aanvankelijke onbegrip boog langzaam om naar nieuwsgierigheid. “Als hij het al doet…..”, dat gevoel.Ik zal jullie niet verder vermoeien met alle details. Laat ik zeggen dat de periode 1992-1994 in ieder geval niet volledig drugsloos is geweest. Mijn goede vriend is inmiddels topmanager in het bedrijfsleven en heeft het gebruik van drugs, drank, sigaretten, suiker en koffie inmiddels al jaren teruggebracht tot nul, zonder overigens een afkeer te hebben tegen deze produkten. Zijn tijd was gewoon geweest. “We hebben gelachen, klaar”, onder dat motto. Zo is het velen vergaan in die beginjaren van de house.
Vanwaar dit kwetsbare verhaal waarvan de fundamentalistische drugshaters vinden dat het niet per sé nodig is? De verdraagzaamheid is zo langzamerhand tot een nulpunt gedaald, niet alleen in Frankrijk, België, Italië en weet ik veel waar, ook op onze danvloeren. Waar zijn de tijden dat er een wildvreemde naast je kwam staan en zomaar -uit het niets- tegen je aan begon te praten: “Gezellig is het vanavond hè?” En ja, gezellig was het dan ook. Tegenwoordig is door de commercialisatie van de house de sfeer veranderd, het is een gegeven. Niet dat het nu niet meer gezellig is, want dát soort doemdenkers vind ik altijd zo typerend en ook zo ontzettend Nederlands! Ik sprak DJ Remy afgelopen zaterdag. Hij vertelde dat hij in Luxemburg op een heel gaaf feest had gedraaid voor ongeveer 400 man en hij echt dat oude gevoel weer even had. Het was maar een klein feestje maar iedereen had het naar de zin. Behalve 3 mensen….je raad het al, Nederlanders! Ze waren nota bene helemaal naar Luxemburg gereden om Remy te zien en waren de enigen die weer wat te zeuren hadden, terwijl de hele zaak één groot kolkend orgasme beleefde. Dat is ook Nederland. We zijn niet gauw tevreden, het is gewoon zo.
Is dat erg? Ja en nee. Ik schrijf dit op de avond voor de verkiezingen en ben niet de enige die zich afvraagt waar het heen moet met
het land. Ik hoop alleen dat jullie zijn gaan stemmen want als ik ergens een hekel aan heb is het aan die mensen die zeggen: “Nee joh, ik ga nooit stemmen. Er verandert toch nooit wat. En die ene stem van mij verandert toch niks..” of, nog erger: “Ik stem nooit…ik weenie..interesseert me gewoon niks”. Daarom, lieve lezers en lezeressen, praat men over de domme massa. Omdat veel te veel mensen (zelfs mensen die ik hoog heb zitten als vriend of bekende) zo denken en -bijvoorbeeld- het CDA-electoraat niet. Zij zijn opgevoed met bepaalde stelregels: Je gaat naar de kerk en je gaat stemmen op het CDA. Nadenken niet nodig. En juist daarom scoort het CDA wel altijd hoog en de kleine partijen niet. Terwijl als je de stemPLICHT opnieuw zou instellen en iedereen wel even moét nadenken over het land en over zijn mening je een hele andere uitslag zou krijgen. Partijen als SP en ook de lijst Fortuijn (om maar een tegenstelling te noemen) zouden veel meer stemmen krijgen, simpelweg omdat ze het volk op de straat beter aanspreken. Pim heeft niet voor niets geleefd, dat is zeker. Meer dan ooit praten mensen over politiek en volgens mij gaan er ook veel meer mensen (vooral jongeren) stemmen. Ik zal morgen wel zien of de verkiezingen één groot condoleance register voor Pim Fortuyn zijn geworden of dat mensen juist besluiten niet op de LPF te stemmen omdat de achterblijvers op de Lijst Fortuyn nu al over elkaar heen rollen om met de eer te gaan strijken. We zien het wel. Goed, genoeg politiek gezeur.
Dat de house ooit weer zo wordt als vroeger is een utopie. Maar dat de politiek weer net zo wordt als vóór Pim Fortuyn is voor mij een schrikbeeld.